NEN-normen en SIKB standaarden
‘Een van de mooie opgaven voor de komende tijd is de datastandaarden, die zijn ontwikkeld voor de Basisregistratie Ondergrond en die zijn gebaseerd op ISO en NEN normen, en de datastandaarden van SIKB dichter bij elkaar te brengen’, stelt Noud Hooyman. ‘Er zijn zoveel raakvlakken tussen mijn werk en het werk van het CCvD Data, dat ik uiteraard ja zei toen ik gevraagd werd het College te gaan voorzitten’. Zijn werk, dat is leidinggeven aan het Cluster beleid geo-informatie binnen het ministerie van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Direct betrokken bij digitaliseringsprojecten als de Basisregistratie Ondergrond, Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en de Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK). Die laatste bijvoorbeeld trekt ruim 10 miljard bevragingen per jaar – een behoefte die vele malen groter is dan ooit was voorzien. Het zegt iets over de enorme (en snelle) toename aan digitale informatie over ons land. Of het nu gaat om een omgevingsplan, een kadastrale kaart of de exacte bepaling van een gemeentegrens. Als het aan Noud Hooyman ligt worden de data van PDOK, het Actuele Hoogtebestand, Nederland in 3D en alle andere ontwikkelde bestanden uiteindelijk geïntegreerd in een allesomvattende landelijke geo-infrastuctuur. ‘Het kabinet presenteert binnenkort de Nationale Data-agenda, aansluitend op de eerder gepubliceerde nota’s Digitale Agenda van Nederland en de Digitaliseringsstrategie van het ministerie van EZ. Die nota’s geven de richting van de verdere ontwikkeling aan. Open data en Linked Data waarvoor de overheid de basis legt en wellicht in publieke private samenwerking het gebruik uitrolt’.
Uniformering van standaarden
Daarvoor is het noodzakelijk, stelt Hooyman, ‘dat de standaarden voor het vastleggen en uitwisselingen van data worden geüniformeerd. Of in ieder geval naar elkaar toegroeien’. Dát, en de ervaringen die SIKB heeft opgedaan met publiek private samenwerking, vindt hij interessant voor zijn rol als voorzitter van het CCvD. Met daarbij heel actueel dus de kennis op het gebied van bodemverontreiniging, waarvoor op verzoek van de Tweede Kamer nu gestart wordt met een impactanalyse om te bezien of en hoe dit ingepast kan worden in de BRO. ‘De BRO is een bijzonder ambitieus project, waarbij de data-elementen alleen stapsgewijs kunnen worden gerealiseerd. Telkens moet je je afvragen “wat is het?”, “wat betekent en kost het?” en hoe ziet het eruit?”’.
Digital Twin
Bodemverontreinigingen, archeologische vindplaatsen – zij en vele andere bestanden moeten uiteindelijk allemaal deel gaan uitmaken van een 3D weergave van Nederland. ‘Zodat met een Digital Twin complete simulaties zijn te maken, niet alleen van gebouwen en steden, maar van een compleet Nederland’. ‘Een droom’, zegt Hooyman, ‘die binnen vijf jaar werkelijkheid kan en zal worden. En die ons in staat stelt om nieuwe opties voor de energietransitie te simuleren, of kansen op overstromingen in beeld te brengen. En in combinatie met het ontwerpen in BIM [het Bouw Informatie Model, een 3D model van een gebouw waarin alle informatie die nodig is voor de bouw wordt verwerkt – red.], kan straks de buitenkant, de omgeving, de bodem en het interieur in één driedimensionaal beeld worden gebracht’. Want, voegt Hooyman hieraan toe, ‘dat is toekomst, dat waar de overheid nu de basis voor legt, straks iedereen mee kan werken. Op basis van alle data die het ontwerp draagt kan een fabrikant bijvoorbeeld virtueel zonnepanelen of gevels toevoegen’.
‘Waar nu nog scheidingen bestaan tussen datastandaarden’, besluit Hooyman, ‘gaan die onvermijdelijk verdwijnen. Hoe, dat weet ik nog niet precies, wel dat ik hoop er als een soort oliemannetje een rol in te kunnen spelen en er een bijdrage aan te leveren.’