Home  »  ENBONieuws   »   Tweede ronde Kennisbudget Uitvoeringsprogramma

Tweede ronde Kennisbudget Uitvoeringsprogramma

Drie van de zeven gerichte kennisvragen betreffen het domein bodemkwaliteitszorg. De vragen zijn achtereenvolgens ‘Hoe kan het gebruik van Brownfields worden gestimuleerd?’ ‘Hoe komen we tot afbouw van IBC-locaties in het nieuwe bodembeleid?’ en ‘Welke nieuwe stoffen zijn een bedreiging voor het bodem- en watersysteem en verdienen aandacht?’ Op het gebied van klimaat wordt de vraag gesteld ‘Hoe kun je in de praktijk adaptieve maatregelen afwegen en aansprekend maken?’ Met het oog op de komende Omgevingswet wordt de vraag gesteld ‘Hoe vertaal je data naar voor andere beleidsvelden begrijpbare informatie ten behoeve van het maken van een omgevingsvisie en -plan?’ Voor het domein klimaatmitigatie wordt een vraag geformuleerd ‘naar de wijze waarop een publieke partij de juiste afweging kan maken aangaande geothermie (governance, financiën, techniek)’. En tot slot wordt op het terrein van bodemdaling de vraag gesteld ‘Welke handelingsperspectieven zijn te ontwikkelen en bruikbaar te maken voor het omgaan met bodemdaling in stedelijk en landelijk gebied?’

De offertes voor de gerichte kennisvragen dienen 19 juli binnen te zijn. De voorlopige gunning is op 28 juli en de definitieve gunning vindt op 7 augustus plaats. Voor de verschillende kennisprojecten dit en komend jaar is een budget beschikbaar van maximaal 3,5 miljoen euro. De convenantspartijen hebben voor het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond 2016 – 2020 in totaal 10 miljoen euro gereserveerd voor kennis- en innovatieprojecten. In 2016 werd voor de eerste ronde kennisvragen 2,6 miljoen euro uitgetrokken, waarmee acht projecten werden gerealiseerd. Voor de meeste projecten geldt dat de uitvraag plaats vindt via de SO3 van RWS.

Concurrentiegerichte dialogen
Naast deze zeven gerichte kennisvragen, licht projectleider Kennis Leo Hamerlinck toe, ‘wordt het programma KIBO (http://www.programmakibo.nl/) ingeschakeld om drie concurrentiegerichte dialogen te begeleiden. Er liggen enkele, nu nog open geformuleerde vragen die wij in samenspraak met marktpartijen en onderwijsinstellingen willen aanscherpen. Dat zijn de vragen: “Welke risico’s brengen nieuwe bedreigingen op het gebied van bodemkwaliteitszorg met zich mee, wat is het handelingskader en welke gegevens hebben we nodig?” Dan is als tweede vraag opgesteld “Welke handelingsperspectieven voor bodem en ondergrond hebben publieke en private partijen voor klimaatadaptatie en –mitigatiebeleid?” En als derde vraag is gesteld “Hoe zijn de bodembelangen evenwichtig af te wegen tegen andere belangen in de stad, tegen het licht van aanstaande Omgevingswet?” Tot slot willen we een prijsvraag uitschrijven op een onderwerp dat in de andere terreinen niet aan de orde is gekomen, bijvoorbeeld over duurzame landbouw. Daarbij richten we ons met name op het bedrijfsleven, in de verwachting dat vandaaruit creatieve ideeën kunnen worden aangedragen’.

Kennisdoorwerking
Hamerlinck benadrukt het belang van kennisdoorwerking en de aandacht die hier de komende periode aan gegeven moet worden. ‘Het blijkt een lastige opgave te zijn om de ontwikkelde kennis goed terecht te laten komen daar waar die nodig is. Er is al veel kennis beschikbaar bijvoorbeeld op websites maar wordt nog te weinig toegepast in de praktijk. Dat schrijnt des te meer nu blijkt dat naar kennisdoorwerking steeds meer vraag is, en juist naar hardcore kennisontwikkeling minder. De kennisdoorwerking neemt daarom een meer en meer belangrijke plek in binnen de criteria voor toewijzing van een project’.