Hans Bousema – foto: Arnold Reyneveld
‘Als strategisch omgevingsmanager ben ik vooral bezig met relatiebeheer’, licht Hans Bousema verder toe. ‘Daarbij probeer ik stakeholders zoals bijvoorbeeld bedrijfsleven, provincies en gemeenten op tijd te betrekken bij beleidsontwikkeling. Wat zijn de gevolgen van beleid voor de verschillende actoren in de samenleving is een van de centrale vragen. Voor bodem en ondergrond gaat het niet alleen om de “oude” bodemsaneringsopgaven maar vooral ook om nieuwe beleidsontwikkelingen.’
Brede bodemagenda en nieuwe uitdagingen
‘Want de bodemagenda is natuurlijk veel breder. We staan voor de uitdaging van het nieuwe traject rondom het beleidsuitgangspunt dat water en bodem sturend zijn bij de verdere ruimtelijke inrichting van ons land. Dan gaat het om het hele water- en bodemsysteem en over vragen als waar je kunt bouwen, waar je de beste bedrijventerreinen kunt ontwikkelen of wat de beste locatie voor landbouw is. Tegelijkertijd zit er een ander belangrijk traject aan te komen, dat van de Europese Bodemstrategie. Er komt een Bodemrichtlijn naar analogie van de Kaderrichtlijn Water. Die richtlijn moet vertaald worden naar de Nederlandse situatie. Om op die verbrede bodemagenda optimaal te kunnen acteren is die functie van strategisch omgevingsmanager in het leven geroepen. In een soortgelijke functie had ik al de nodige ervaring opgedaan bij Brabant Water. Om dat nu bij Bodem en Ondergrond te doen vind ik leuk en een nieuwe uitdaging.’
Stakeholders direct bereiken
‘Een paar zaken zijn me het afgelopen jaar opgevallen. Er waren nogal wat vragen van stakeholders die bij ons niet goed landden. Dat leidde tot onrust, zowel bij de stakeholders als bij ons. Sommige partijen konden ons niet goed bereiken, anderen maakten hun onderwerp “politiek” met als resultaat vragen in de Tweede Kamer die vervolgens weer bij ons terecht kwamen. Op deze manier had je in feite een indirecte dialoog met je stakeholders. Mijn insteek is om direct met de stakeholders te communiceren. Dat hebben we meteen opgepakt door het netwerk met stakeholders te versterken en de dialoog aan te gaan. Vervolgens gaan we ons ook richten op onze omgang met burgers in participatieprojecten. Om dat met alle collega’s uniform en gestructureerd te doen hebben we intern samen met onze collega’s van Participatie een leer- en ontwikkeltraject opgestart. Zo krijgt iedereen dezelfde bagage mee als het gaat om stakeholdersmanagement en participatie.’
Omgevingsmanagement is van iedereen
‘Op termijn zal omgevingsmanagement en participatie een normaal en vanzelfsprekend onderdeel van het werkproces van ons allemaal moeten zijn. Het is niet iets wat een specifieke vaardigheid van mij behoort te zijn. Omgevingsmanagement en participatie zijn een belangrijk onderdeel in mijn werk, maar voor alle duidelijkheid het gaat natuurlijk altijd om de driehoek: inhoud, proces en relatienetwerk. Veel mensen zijn erg inhoudelijk gedreven, dat is uitstekend en prima, maar je hebt een stabiele basis nodig door ook te investeren in het proces en je relatiemanagement.’
Netwerk verder versterken
‘De komende tijd willen we ons netwerk gestaag verder uitbouwen en versterken. In eerste instantie zijn we gericht op de koepelorganisaties als bijvoorbeeld VNO-NCW, VNG, IPO en Unie van Waterschappen. Vervolgens is de inzet om ook direct contact te krijgen met de leden en individuele bedrijven die daarachter zitten. Langzaam maar zeker begint dit te lopen. De volgende stap is om onze voelsprieten uit te zetten in de verschillende regio’s in ons land. Daarbij haken we ook aan bij bestaande netwerken en structuren. Ons lidmaatschap van het Platform Bodembeheer is daar een goed voorbeeld van.’