Home  »  ENBONieuws   »   ‘De bottom-up aanpak draagt bij aan het succes’

‘De bottom-up aanpak draagt bij aan het succes’


Ron Nap (GOO): “De bodemhub” is een ontmoetings-, werk- en inspiratieplek – eigen foto

Kennisnetwerk
Het Gelders Ondergrond Overleg is een kennisnetwerk van bodemprofessionals die binnen de provincie Gelderland werkzaam zijn bij overheden en publieke organisaties. Ook (landelijke) onderzoeks- en opleidingscentra en het bedrijfsleven zijn volop betrokken. Het netwerk is in 2001 opgericht, eerst onder de naam het Gelders Bodem Beraad. Sinds 2014 heet het het GOO, maar aan de vorm is niets gewijzigd. ‘De formule, en tegelijk ook het succes van dit netwerk, is de bottom-up werkvorm. Dat maakt het voor alle deelnemers relevant’, licht Ron Nap toe, werkzaam bij de gemeente Apeldoorn en de netwerkcoördinator van het GOO. ‘We tellen nu een kleine 200 deelnemers en zeker tien procent daarvan is binnen het netwerk heel actief. De rest is meer volgend. Mijn droom is dat bij het aflopen van het nieuwe meerjarenprogramma, in 2022, die tien procent tot honderd procent is uitgegroeid. Daarom houden we ook vast aan de bottom-up formule. Praktijkgericht, inspelend op vragen waar de professionals in hun werk tegenaan lopen’. 

Bodemhub
De Gelderse gemeenten en de Provincie financieren samen reguliere kosten. Voor extra activiteiten wordt een beroep gedaan op onder meer het Uitvoeringsprogramma Convenant Bodem en Ondergrond.

Een van die extra, maar eigenlijke cruciale activiteiten, aldus Ron Nap, is de fysieke locatie in Zutphen. ‘Die “Bodemhub” is een ontmoetings-, werk- en inspiratieplek voor de leden van het GOO. De belichaming van de sociale kant van onze professie. Waar je elkaar kunt stimuleren, informeren en met elkaar kunt praten over bijvoorbeeld de borging van de opgedane kennis binnen de eigen beroepsorganisatie. Want bottom-up staat soms de doorwerking naar het management in de weg, blijkt’.

De ‘bodemhub’ is ook de plek voor de themabijeenkomsten. Dit voorjaar waren dat er zeven, en Ron verwacht voor het najaar er acht te verzorgen. De thema’s zijn zeer divers. ‘Van een werksessie over niet-gesprongen explosieven tot vraagstukken als het omgaan met invasieve exoten’. ‘Maar ook’, geeft hij aan, ‘zijn de sessies kansen om nieuwe thema’s aan te boren, zoals biodiversiteit en de duurzame natuur-inclusieve landbouw’.

Omgevingswet
Praktijkgericht, bottom-up dus, maar soms ook abstract. Want ook de naderende Omgevingswet speelt een belangrijke rol binnen het GOO. ‘Het inbedden van bodemkennis in een integrale benadering van de fysieke leefomgeving wordt alom gezien als de grootste uitdaging’, geeft Ron Nap aan. ‘Vaak staan bodemprofessionals er alleen voor. Vooral bij kleinere gemeenten is de aan bodem en ondergrond gerelateerde menskracht beperkt. Binnen het netwerk voelt men zich gesteund en herkend. En juist omdat de leden zelf de onderwerpen bepalen is de relevantie van, en betrokkenheid bij het GOO heel groot’.

‘Ook het netwerk zelf doet het trouwens niet in zijn eentje’, vertelt Ron Nap. ‘Zo wordt er al samengewerkt met de Provincie Overijssel’. Een verdere uitrol over het gehele land ziet hij ‘als niet alleen heel goed mogelijk, maar ook voor iedereen zeer de moeite waard.’