Als Adviseur Milieu Zuid bij Antea Group houdt hij zich momenteel vooral bezig met de ruimtelijke ordening van de ondergrond in de breedste zin van het woord. Sinds begin dit jaar is hij de nieuwe, kersverse KOBO-ambassadeur. Arjan Visser gaat in op zijn ambitie om de ondergrond aantrekkelijk te maken voor een nieuwe generatie studenten.
Arjan Visser (KOBO-Ambassadeur Lab Ondergrondse Infra) – foto: Antea Group
‘Tijdens mijn opleidingen werd er weinig aandacht besteed aan de ondergrond,’ Vertelt Arjan Visser. ‘Ik wist bij wijze van spreken nog niet eens wat een KLIC-melding was. Later heb ik mijn kennis over de ondergrond flink bijgespijkerd, onder andere in de praktijk van mijn werk bij Antea Group. In dat kader heb ik onder andere voor TenneT al veel integrale omgevingsonderzoeken uitgevoerd. Daarin komen tal van aspecten aan de orde. Alle conditionerende onderzoeken die nodig zijn om kabels en leidingen aan te leggen: van milieuonderzoek, archeologisch en geotechnisch onderzoek tot en met ecologisch onderzoek of geohydrologisch onderzoek. Daarnaast heb ik veel aanvullende kennis opgedaan via de opleiding Master of Pipeline Technology van Avans+ en Pipeliner. Deze opleiding gaat in op de ondergrond in al zijn facetten; na een eerste jaar dat vooral technisch georiënteerd is, gaat het tweede jaar de breedte in, van de juridische raakvlakken en omgevingsmanagement tot en met persoonlijke ontwikkeling. Wat daarbij opviel, is dat er van de 12 studenten maar 8 overbleven. En dat terwijl er zoveel werk ligt.’
Toenemend belang van de ondergrond
Volgens Arjan Visser neemt het belang van de ondergrond alleen maar toe. ‘Dan gaat het niet alleen over het beheer, onderhoud en verbetering van de bestaande ondergrondse infrastructuur in Nederland,’ vertelt hij verder. ‘In het kader van de energietransitie staan we voor grote, nieuwe uitdagingen. Het netwerk van TenneT barst uit haar voegen en ook andere netbeheerders en betrokken aannemers hebben de handen vol om nieuwe transportconcepten tussen de nieuwe energiedragers in goede banen te leiden.’
Concreet
Arjan Visser is Ambassadeur voor het Lab Ondergrondse Infra. Dit lab is inmiddels van start gegaan onder aanvoering van KOBO, de Bouwcampus en het GPKL. Met de start van dit Lab is er een paraplu om voor ondergrondse infrastructuur alle studies en stages te bundelen. Arjan Visser: ‘Hiermee maken studenten van allerlei opleidingen tijdens hun studie kennis met de ondergrond. Op dit moment zijn er actieve samenwerkingen tussen bedrijven en hogescholen. Daarbij is het van belang om de vraag van bijvoorbeeld bedrijven zo concreet mogelijk te formuleren. Nu krijg je van bedrijven vaak te horen dat ze voldoende stageopdrachten en werk hebben voor studenten van hogescholen of andere onderwijsinstellingen. Als je gaat doorvragen wat die opdracht dan exact inhoudt, blijkt die nog niet voldoende concreet uitgewerkt in een vorm waar studenten iets mee kunnen. We zijn daarom bijvoorbeeld bezig met de ontwikkeling van een template voor stages of afstudeeropdrachten. De meerwaarde is velerlei: voor bedrijf, student én voor de bekendheid van het vakgebied.’
Maatschappelijk relevant
‘Volgens mij is het erg belangrijk om voor studenten het waarom (we ons werk doen) en het belang van de ondergrond goed te duiden. Dat belang is alleen maar toegenomen door de noodzakelijke energietransitie om de effecten van de klimaatverandering te verminderen. Kabels en leidingen zijn essentieel voor het transport van de energie vanuit windmolenparken of zonnepaneelweiden en dus belangrijk om onze klimaatdoelstellingen te halen. Die maatschappelijke relevantie van de ondergrond motiveert mij persoonlijk zeer. Je bent bezig met iets dat ertoe doet. Ik ben ervan overtuigd dat dit ook aanslaat bij studenten. Natuurlijk is daar de nodige creativiteit voor nodig om dat bij studenten te laten “aanslaan”, maar samen met andere partijen moet dat lukken.’
Onlosmakelijk met elkaar verbonden
‘Ondergrond en bovengrond zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat we voor de bovengrond bedenken heeft altijd invloed op de ondergrond. En omgekeerd. Kabels en leidingen leveren vaak beperkingen op voor het bovengronds gebruik; zo kunnen er bijvoorbeeld niet zomaar bomen staan boven op kabels en leidingen. De uitdaging is om de connectie en wederzijdse relatie tussen boven- en ondergrond te versterken. Overheden, organisaties en instellingen, bedrijven, onderzoeks- en onderwijsinstellingen kunnen daar een belangrijke rol in vervullen. Als KOBO-ambassadeur probeer ik in dat krachtenveld makelaar en schakelaar te zijn.’