Home  »  ENBONieuws   »   ‘Regionale Schakelpunten: kennisinfrastructuur voor decentrale overheden’

‘Regionale Schakelpunten: kennisinfrastructuur voor decentrale overheden’

Bodem en ondergrond spelen een belangrijke rol bij veel maatschappelijke opgaven. Gemeenten staan onder de Omgevingswet aan de lat voor de kwaliteit van de bodem. Provincies voor de kwaliteit van het grondwater. Waterschappen voor het waterbeheer. Om hun rol te kunnen oppakken, is het nodig om zorg te dragen voor de beschikbaarheid van de daarvoor benodigde kennis en voor het gezamenlijke leervermogen bij de betrokken overheden en maatschappelijke partners. Regionale schakelpunten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de koppeling van nationaal, regionaal en lokaal onderzoek en kennis aan de (regionale) maatschappelijke opgaven.


Petra Mesken – eigen Foto

Regionale schakelpunten
‘Het doel van regionale schakelpunten is om een kennisinfrastructuur op te zetten die beter aansluit bij de decentrale overheden,’ licht Petra Mesken toe. ‘De inzet is om kennis beter te gebruiken en in te zetten in de decentrale uitvoeringspraktijk. Daarbij gaat het om kennis die beschikbaar is bij ministeries, provincies en onderzoeks- en kennisinstellingen. Tegelijkertijd kunnen regionale schakelpunten de kennisvragen uit de regio’s in beeld brengen en neerleggen bij kennisinstellingen en kunnen ook gemeenten onderling kennis delen. Denk daarbij aan informatie en kennis over bodem en ondergrond in relatie tot de ruimtelijke transities op energie en klimaat, maar ook de invloed van opkomende stoffen, vitale bodems of de relatie bodem en grondwater. Zo kan beschikbare kennis op alle niveau’s beter worden ingezet.’ 

Meerwaarde
Vooral voor gemeenten hebben de regionale schakelpunten een grote meerwaarde. Petra Mesken: ‘Als je als gemeente bepaalde kennis niet in eigen huis hebt, kun je bij zo’n regionaal schakelpunt terecht. Zo heeft de gemeente een plek waar ze kennisvragen kunnen neerleggen. Het regionale schakelpunt kan vervolgens helpen de verbinding te leggen met gemeenten, instellingen of organisaties die de betreffende informatie wel in huis hebben.’

Pilots en eerste ervaringen
‘Officieel lopen de regionale schakelpunten bodem en ondergrond nog niet. Het Veluweberaad heeft als broedplaats gefungeerd en inmiddels zijn de ideeën gedeeld, het concept is ontwikkeld en geïnteresseerde regio’s hebben zich aangediend. De pilot in Friesland gaat binnenkort al van start. Daar is een bestuurlijk akkoord ondertekend. Een aantal andere regio’s heeft het plan van aanpak ingediend inclusief de subsidieaanvraag en ook vanuit andere regio’s bereiken ons signalen dat er serieuze interesse is.  Dit jaar is een leerjaar en tijdens de pilots gaan we monitoringstrajecten inrichten om lessen te trekken over hoe we straks de schakelpunten structureel kunnen inrichten. We zijn volop aan het warm lopen, binnenkort gaan we met frisse zin verder Is het niet voor de vakantie, dan wel erna.’

Navolging
Een pilot houdt op een gegeven moment op en is dus eindig. De bedoeling is natuurlijk dat een pilot de ingrediënten oplevert om te komen tot een vaste en duurzame structuur. ‘Regionale schakelpunten zijn géén “liefdewerk oud papier” maar moeten een permanent karakter krijgen,’ licht Petra Mesken verder toe. ’Het zijn gevestigde plekken waar kennis wordt uitgewisseld tussen gemeenten, regio’s, rijk en wellicht straks ook internationaal. Het eigenaarschap van de regionale schakelpunten ligt bij de regio’s, waar een “coalition of willing” van provincie, waterschappen en gemeenten de dragers moeten zijn. Per regio kan dat overigens heel verschillend zijn. In Friesland heeft bijvoorbeeld het Fries Sociaal Planbureau de handschoen opgepakt. Zij zijn misschien niet ‘van de bodem’, maar hebben een heel goed netwerk in de regio en werken samen met Deltares. Als VNG zien we natuurlijk heel graag dat gemeenten in elk geval een belangrijke rol zullen gaan spellen in de regionale schakelpunten.’