‘Eigenlijk heeft de droge zomer vorig jaar ons enorm geholpen’, vertelt Wouter Kooijman, werkzaam bij Fugro. ‘Het leidde voor het eerst tot bewustwording welke gevolgen bodemdaling ook binnen de steden tot gevolg heeft. Het was altijd een “langzaam probleem”. Gemeenten hadden het niet op het netvlies. Dat zo eens in de tien, twintig, dertig jaar een straat open moest om het riool te vervangen en de straat op te hogen, ach dat werd als normaal gezien. Bodemdaling een probleem, en dus een opgave? Welnee, energietransitie, dat is pas sexy’. Jeroen Ponten van Waternet Amsterdam vult aan: ‘Verzakkende wegen en rioolbuizen, schade aan houten funderingspalen, boomsterfte, grondwateroverlast – het zijn maar enkele gevolgen wanneer er geen actief grondwaterpeilbeheer wordt gevoerd. Schade die in de komende decennia kan oplopen tot vele tientallen miljarden euro’s’.
Ponten maakt deel uit van de begeleidingsgroep voor het onderzoek naar de mogelijkheden tot een actief grondwaterpeilbeheer, dat wordt uitgevoerd door een consortium van Deltares, Fugro en Wareco. Het onderzoek is zojuist de derde fase ingegaan, in opdracht van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en ondersteund door het Uitvoeringsprogramma van het Convenant Bodem en Ondergrond.
Wouter Kooijman en Jeroen Ponten
‘Geen probleem’
Het onderzoeksprogramma ‘Grootschalig actief grondwaterpeilbeheer’ startte met een bureaustudie naar de kennis en de mogelijke kosten, uitgevoerd in 2017. ‘Grondwaterbeheer is een oud en beproefd concept, de vraag was of het grootschaliger is toe te passen’, licht Wouter Kooijman toe. Dat bleek, dus was vervolgens de vraag: willen overheden hieraan? Uit een consultatie van diverse overheidspartijen in de tweede fase, werd als een van de belangrijkste conclusies getrokken dat droogte in de stad niet als een probleem werd beschouwd, omdat gerelateerde schades zich langzaam voltrekken en nauwelijks zichtbaar zijn. De kosten waren min of meer onzichtbaar. ‘Maar de opvallend droge zomer van 2018 maakte het mogelijk het probleem maatschappelijk te agenderen’, aldus Kooijman. ‘Actief grondwaterbeheer kan nu worden gepresenteerd als een maatregel om de toename van grondwaterfluctuaties te voorkomen, of op zijn minst te beperken’, vult Ponten aan.
Drainage-infiltratieleiding
De basis voor een actief grondwaterpeilbeheerssysteem is een drainage-infiltratieleiding die in verbinding staat met het oppervlaktewater. Is er, vaak in de winter, te veel grondwater, dan wordt dat daarnaar afgevoerd. Is er, meestal in de zomer, te weinig, dan wordt via dezelfde leiding aangevoerd. Technisch en financieel haalbaar, en eigenlijk een logisch alternatief voor de vele slootjes en kanalen die in de loop der tijd binnen de steden zijn gedicht. ‘Al zal het grondwater nooit hoger komen dan het oppervlaktewater, juridisch is het nog wel lastig’, weet Ponten, ‘want het raakt het particulier terrein, waar de zorgtaak van de overheid zich dient te beperken tot het publieke gedeelte. Actief ingrijpen kan leiden tot claims van particulieren’. ‘Maar’, zeggen beiden, ‘dat moet op te lossen zijn, want een “robuust en doelmatig grondwaterbeheersysteem” in de woorden van Ponten, ‘is cruciaal om enerzijds de verlaging van de bodem te kunnen vertragen en anderzijds de schade die teveel of te weinig water berokkent aan infrastructuur, groen en gebouwen te kunnen beperken’.
Pilot
Na de eerste twee fasen is recent de derde fase aangebroken. Een proef om data van maaivelddaling, die worden verkregen met behulp van satellietbeelden, te koppelen aan meet- en onderzoeksgegevens van grondwaterstanddalingen. ‘Een deel van deze data is er al, licht Kooijman toe, ‘terwijl die van dalingen van het maaiveld helaas ontbreken’. De gegevens worden over een periode van acht tot tien jaar aan elkaar gekoppeld. ‘Experimenteel inderdaad, maar we moeten wel, want actief grondwaterpeilbeheer kan echt heel veel ellende voorkomen’. ‘En meer nog’, zegt Ponten, het kan juist bijdragen aan een klimaatbestendige stedelijke leefomgeving.’