Home  »  ENBONieuws   »   Cesco Paré: ‘Archeologie brengt heel veel kennisvelden samen’

Cesco Paré: ‘Archeologie brengt heel veel kennisvelden samen’


Cesco Paré – eigen foto

Fascinatie
‘Eigenlijk had ik dierenarts willen worden, maar na een open dag leek me dat toch een minder goed plan. Dus gaf ik gehoor aan mijn fascinatie voor de geschiedenis, voor de historie van mensen, voor de oudste culturen, zoals die van de Egyptenaren, en ben ik archeoloog geworden’, aldus Cesco Paré. Sinds twee jaar werkzaam bij Sweco, na enige tijd daarvoor te zijn afgestudeerd in Leiden. Haar bachelor haalde ze op botanie, haar master in Material Culture Studies. ‘In beide richtingen kon ik mijn hart ophalen aan de geschiedenis van beschavingen, zowel in materiële als in immateriële zin. Dus én aandacht voor objecten, én aandacht voor de meer filosofische kanten van het bestaan’.

Combinatie
Voor de brede interesses van Cesco Paré is ook nu in haar werk alle ruimte. En ook voor nieuwe zaken. ‘Bureauonderzoek bijvoorbeeld. Daaraan is in de opleiding nooit aandacht gegeven, maar is een mooie onderzoekstechniek als voorstudie’. Als voorbeeld geeft ze een onderzoek in opdracht van de provincie Fryslân bij De Skieding, de N358, tussen Surhuisterveen en de A7. De weg moet worden verbreed en van ovale rotondes worden voorzien. ‘Een planologische opgave dus, op een plek met een hoge archeologische verwachting, onder andere vanwege de aanwezigheid van bekende vuursteenvindplaatsen en dobbes/pingoruïnes’. Na kennis te hebben genomen van tal van bronnen, kaarten en verslagen van eerdere onderzoeken adviseerde Sweco een verkennend booronderzoek. ‘De wetenschappelijke kant kon ik mooi combineren met het verrichten van steekproeven met behulp van een handboor’.

Een eventuele volgende, derde stap, graafwerkzaamheden, werd niet gezet. ‘Uit het veldonderzoek bleek dat de bodem teveel was verstoord’. 

Toekomst
‘Ik heb geen vooropgesteld plan, niet voorafgaand aan mijn studie en ook niet nu. Ik ben altijd heel nieuwsgierig naar wat ik op mijn weg tegenkom. Maar voorlopig weet ik zeker als archeoloog werkzaam te willen blijven. Wel misschien met gaandeweg een specialisatie. Of meer onderzoekend, wat ik ook heel boeiend vind. Ik wil me niet laten leiden door baangaranties, zoals ik dat ook niet op de universiteit heb gedaan. De inhoud is leidend. Dankzij die inhoud kwam ik tijdens de opleiding, en ook nu, steeds weer boeiende mensen tegen, leer ik allerlei nieuwe facetten en kennisvelden kennen – en dat bepaalt wat ik doe.’