Denise Maljers – foto TNO
Modellen voor verschillende dieptes
De Geologische Dienst Nederland is een onderdeel van de Unit Energietransitie binnen TNO. ‘Wij houden ons bezig met het innemen en uitgeven van data, het maken van modellen en kaarten, het doen van onderzoek en we hebben een confidentiële taak, waaronder het beoordelen van winningsvergunningen’, vertelt Denise Maljers. ‘Geomodelling’, vervolgt ze, ‘heeft als core business het maken en onderhouden van modellen van de Nederlandse ondergrond. Die modellen worden gemaakt voor verschillende diepten en gebruikers. Het ondiepe model, GeoTOP betreft de eerste 50 meter. Hier gaat het om de gebouwde omgeving, waarbij zaken spelen als de winning van zand en grind, en de funderingsdiepten. De informatie kan worden gebruikt bij besluitvorming over de aanleg van wegen, tunnels of woonwijken’.
‘Om dieper te gaan, tot enkele honderden meters, hebben we de DGM en REGIS II-modellen ontwikkeld. Dan gaat het bijvoorbeeld om opgaven die het grondwater betreffen. De kennis daarover reiken we aan aan onder andere provincies en waterwinbedrijven. DGM-diep is vervolgens het model dat tot enkele kilometers diepte reikt. Dat levert belangrijke informatie op voor bijvoorbeeld aardwarmte’.
Daarnaast hebben we een aantal aanpalende geo-wetenschappelijke kennisvelden aan boord, denk bijvoorbeeld aan geochemie, hydrologie en biostratigrafie, waarmee we onder andere onze modellen van parameters voorzien, maar waarop we ook onderzoek plegen.
Maatschappelijke issues
De basis voor deze modellen zijn de honderdduizenden booronderzoeken en sonderingen die zijn opgeslagen in de DINO database, legt Maljers uit. ‘Die kennis vullen we aan met alles wat zich aan informatie voordoet’. De maatschappelijke meerwaarde hiervan is enorm, zo blijkt. ‘We voorspellen niet alleen de aanwezigheid van grondsoorten als klei en veen, maar met de modellen kijken we ook naar zetting en daling van de bodem bijvoorbeeld. Bodemdaling is een steeds belangrijker wordend vraagstuk, want het heeft nauw te maken met de stijgende zeespiegel en de noodzaak van een veilige en leefbare delta. Een hogere zeespiegel heeft ook effecten op diepere bodemlagen, waar verzilting van het grondwater kan gaan optreden. En tot slot, nog een ander voorbeeld, de meer en meer drogere zomers hebben effecten op de dieper gelegen waterreservoirs. Ook dat heeft gevolgen voor de diepere bodem onder ons’.
Als een ander voorbeeld geeft Maljers het onderzoek naar het weerstandvermogen van de Lekdijk. Zou de dijk al dan niet verhoogd moet worden, was de vraag. Als de dijk op enig moment, door wat voor oorzaak ook zou doorbreken, zou een groot deel van de Randstad kunnen overstromen, tot aan Amsterdam toe. Voor het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden leverde de Geologische Dienst Nederland het ondergrondmodel aan. Die ondergrond is met meenemen van veel extra informatie in kaart gebracht, ook gebruik makend van Machine Learning technieken om sondeerdata te interpreteren. Uiteindelijk bleek dat die dijk niet zozeer hoger hoeft, maar vooral sterker.
Vragen vóór zijn
‘We streven er daarom naar steeds een paar stappen vóór te zijn, op de vragen die ons gesteld worden’, stelt Maljers vast. ‘Dat we de kennis en de modellen paraat hebben wanneer naar die informatie wordt gevraagd. Dat is soms een wedloop tegen de klok, want de vragen komen steeds sneller. En zijn van een steeds grotere urgentie, zoals of heel Nederland op langere termijn nog wel kan beschikken over voldoende, en zuiver drinkwater’.
Informatie beschikbaar stellen is dus net zo belangrijk als informatie verzamelen. Daartoe, geeft Maljers aan, wordt onder andere de opgebouwde informatie in tweedimensionale dwarsdoorsneden van Nederland, omgezet naar drie-, en nu zelfs vierdimensionale doorsnedes. ‘Die vierde dimensie is de factor tijd, waarmee dynamische processen als grondwaterstroming en bodembewegingen kunnen worden gerepresenteerd’ legt ze uit. Uiteindelijk komt er naar haar verwachting zelfs een 5D model. ‘Dat wordt van een land-dekkende grootte waarbinnen je kunt inzoomen, zoals nu met Google’.
De waarde van al deze ondergronddata is enorm. Daarom, besluit Maljers, speelt de Geologische Dienst Nederland ook een belangrijke rol binnen de landelijke Basisregistratie Ondergrond, waarin alle informatie van de Nederlandse bodem en ondergrond samenkomt en voor iedereen toegankelijk wordt gemaakt.