‘Tijdens mijn werk als lector komen persoonlijke interesses en maatschappelijke ontwikkelingen samen. Na een flinke dosis ervaring met onderzoek bij de Universiteit van Minnesota en WUR ging ik als lector meer “de markt” op: ik zag dat vragen uit de praktijk over de interacties tussen plant en bodem erg groot waren en toenamen. Dat boeide me enorm. De doorwerking van onderzoek naar de praktijk vindt vaak niet of onvoldoende plaats. Daar wilde ik graag een bijdrage aan leveren. Wat dat betreft zit ik in mijn huidige functie helemaal op mijn plek.’
Judith van de Mortel – foto: HAS
Grote uitdaging
‘Er wordt veel onderzoek gedaan op het terrein van duurzaam bodembeheer. Vaak is dat onderzoek versnipperd waardoor de kennis onvoldoende bij elkaar komt. Voor mij is het een grote uitdaging om al die kennis bij elkaar te brengen en op de juiste manier met het onderwijs en de praktijk te kunnen delen: de schakel van wetenschappelijk onderzoek naar praktijkgericht onderwijs en vervolgens naar de toepassing daarvan in het dagelijks werk van bijvoorbeeld een agrariër. De achtergrond van onze studenten is gevarieerd. Het gaat zeker niet alleen om zonen en dochters uit de agrarische hoek. Mijn taak is het om zo onafhankelijk mogelijk kennis en informatie over te brengen.’
Wet- en regelgeving
‘Daarnaast voer ik de gesprekken met beleidsmakers van gemeentes, provincies en waterschappen. Duidelijke kaders zijn belangrijk, anders weten we als samenleving niet waar we aan toe zijn. Het is belangrijk om de wet- en regelgeving zoals bijvoorbeeld binnen het kabinetsbeleid ‘Water en Bodem Sturend’, het meerjarenprogramma ‘Transitie Landelijk Gebied’ en de EU ‘Soil strategy’ af te stemmen op de praktijk en daar met elkaar de dialoog over aan te gaan. Anders loop je het risico dat een te grote discrepantie ontstaat tussen beleid en praktijk en dat is natuurlijk niet de bedoeling. In deze tijd heeft iedereen overal wel een mening over, gefundeerd of ongefundeerd. Juist daarom is nu de schakel onderzoek – onderwijs – praktijk – samenleving belangrijker dan ooit.’
Duurzaam bodembeheer in het stedelijk gebied
‘Op dit moment bekijken we als lectoraat de bodem vanuit het landelijk gebied. Daarbij zijn we er vooral op gericht om de functies landbouw en natuur beter op elkaar af te stemmen en met elkaar te verbinden. Daar liggen kaders voor en we weten in hoofdlijnen waar we naar toe moeten werken. Wat je nu merkt is dat er ook in het stedelijk gebied meer behoefte ontstaat aan duurzaam bodembeheer. Je ziet die verschuiving van landelijk naar stedelijk gebied plaatsvinden. In vergelijking met het landelijk gebied staat de aandacht voor duurzaam bodembeheer in het stedelijk gebied nog in de kinderschoenen. Terwijl daar het nog gaat over vragen als ‘wat is nou eigenlijk een gezonde bodem’ zijn we in het landelijk gebied al bezig met duurzaam bodembeheer op gebieds- en perceelsnivo.’
Blackbox
‘De bodem is op niveau van de bodembiologie nog een blackbox. We weten veel over de bodem maar ook veel niet. Onze inzet is om die blackbox stukje bij beetje te openen, voor studenten, voor de ondernemers in de praktijk en voor de samenleving als geheel. Een film als “Onder het maaiveld” levert daar een uitstekende bijdrage aan. Tijdens mijn inaugurale rede in 2019 heb ik de mensen meegenomen naar het jaar 2030. Dat zou namelijk het jaar zijn waarin alle bodems duurzaam beheerd zouden zijn. Nu hebben we nog zeven jaar te gaan. Dat gaan we niet halen, maar tegelijkertijd hebben we enorme stappen gezet en ik hoop dat een groot deel van onze Nederlandse bodems dan duurzaam beheerd zijn. Aan die doelstelling leveren we als HAS een goede bijdrage: door kennisdeling over de bodem richting student en samenleving en door een bijdrage te leveren aan het openen van de blackbox van de bodem.’
Integrale bodemadviseurs
‘Samen met mijn collega lector Gera van Os van Aeres Hogeschool zijn we hard bezig om de markt te voorzien van integrale bodemexperts. Dat zijn professionals die vragen vanuit het landelijk gebied op het terrein van de bodem kunnen beantwoorden. Zij zijn er om boer en burger van advies te voorzien hoe anders of beter om te gaan met de bodem. Dat geldt zowel voor de landbouw als voor de natuur. Er is inmiddels een pilot voor de studie van bodemexpert gestart bij Aeres en vanaf september start het Bodemcoach traject bij de HAS. De integrale benadering is dé grote uitdagingen voor de bodemprofessionals van de toekomst. De bodem is geen afzonderlijke entiteit die verbonden is aan een specifieke functie of sector. Waar het om gaat is de bodem te verbinden aan de ecosysteemdiensten, aan productiefunctie, aan circulariteit en aan duurzaamheid. Die integrale benadering vraagt om een veelzijdige kijk en brede kennis. Dat is een waanzinnige klus. We hebben nog niet alle kennis in huis voor die integrale benadering. We moeten dus razendsnel die kennis met elkaar gaan ontwikkelen. Dat kost tijd, en die leemte moeten we vooral opvullen door met elkaar de dialoog te voeren en het gesprek aan te gaan.’