De natuur levert de mensen veel: voedsel, hout, gezuiverd drinkwater, de bestuiving van gewassen – het zijn zogenoemde ecosysteemdiensten. Bij het RIVM wordt binnen het programma Biodiversiteit en Natuurlijk Kapitaal onderzocht hoe deze diensten uitgangspunt kunnen zijn voor de ruimtelijke inrichting. Projectleider Niels Schoffelen licht toe, bijgestaan door teamleden Marcelle Lock, Mart Verwijmeren, Ido Toxopeus en Ton de Nijs.
V.l.n.r. Vier van de teamleden: Ido Toxopeus, Marcelle Lock, Mart Verwijmeren en Niels Schoffelen – foto Theo van Oeffelt
Valide afwegingskader
‘We waren eerder gestart met het project Natuurlijk Kapitaal, dat gaandeweg een sterke verbinding heeft gekregen met ecosysteemdiensten en andere projecten rond bodem en biodiversiteit’ ‘Dat heeft onder andere te maken met nieuwe initiatieven zoals Wateren Bodem Sturend en het RIVM-onderzoeksproject Biotichs. Bij dit laatste, bijvoorbeeld, gaat het om de vraag wat de bodembiodiversiteit oplevert aan ecosysteemdiensten. Daarvoor brengen we de waarden van natuur, biodiversiteit en ecosysteemdiensten in beeld. Ook analyseren we de oorzaken van een verlies aan biodiversiteit en ecosysteemdiensten, en verwerken dit in een valide en bruikbaar afwegingskader voor een duurzaam, natuur-inclusief landgebruik’.
Drie invalshoeken
‘Die verbinding sluit goed aan bij een steeds meer integrale benadering binnen RIVM waar het gaat om zaken als bodem en gezondheid. Daarom maken wij ook onderdeel uit van het Centrum Duurzaamheid, Milieu en Gezondheid. We benaderen de ecosysteemdiensten vanuit drie invalshoeken: de zorg om bescherming en ontwikkeling van de natuur (biodiversiteit), de zorg vanuit duurzame economische ontwikkeling (natuurlijk kapitaal) en de zorg vanuit maatschappelijke diensten en opgaven (ecosysteemdiensten). Die drie aspecten staan deels los van elkaar, en deels overlappen ze juist’.
Van klei tot erfgoed
‘Ecosysteemdiensten zijn onder te verdelen in 1. Levering van diensten uit abiotische bronnen, zoals: minerale bronnen (zand, klei, zout), hernieuwbare energiebronnen (wind, waterkracht, zon, bodemwarmte) en niet hernieuwbare bronnen (gas, olie en kolen), 2. Regulerende diensten, zoals, kustbescherming, waterberging, bestuiving, koolstofvastlegging en bodemvruchtbaarheid, 3. Producerende diensten, zoals: drinkwater en voedsel, en 4. Culturele diensten, zoals: recreatie, natuurlijk erfgoed en symbolische waarde’.
Stappenplan maakt keuzes helder
‘Kijkend naar de maatschappelijke en ruimtelijke opgaven kun je een aantal keuzes onderscheiden die gemaakt kunnen worden wanneer je denkt vanuit ecosysteemdiensten. We hebben dat in een stappenplan samengevat. Dat begint met de grote maatschappelijke opgaven, zoals huisvesting en klimaatverandering. Vervolgens wordt gekeken welke ecosysteemdiensten relevant zijn, zoals minerale bronnen of bodemstabiliteit en die worden op verschillende wijze uitgewerkt. Wat is de huidige kwaliteit, welke potenties zijn er, hoe is een en ander ruimtelijk in te passen. En dan, tot slot, wat zijn de win- wins en de trade-offs? Betere gezondheid bijvoorbeeld van de inwoners, meer recreatie, noem maar op’.
Groene Baten Planner
‘Je ziet dus dat de natuur niet als probleem, maar als onderdeel van de oplossing wordt benaderd. Van kostenpost naar meerwaarde. Dat is ook waarom we een Groene Baten Planner hebben ontwikkeld, voor de Atlas Natuurlijk Kapitaal. Deze Planner geeft de waarde van groen in getallen weer. Het is een tool waarmee het effect van de aanleg van groen op, bijvoorbeeld, de stedelijk hitte kan worden getoond. Of: waar biedt groen de meeste kansen? De Groene Baten Planner helpt beleidsmakers bij het maken van dit soort keuzes bij stedelijke ontwikkeling’.
Atlas Natuurlijk Kapitaal
‘Met de Atlas Natuurlijk Kapitaal willen wij bijdragen aan een duurzame omgang met ons natuurlijk kapitaal. Daarvoor bieden we handvaten en voorbeelden. Meer dan 100 kaarten geven een beeld hoe onze ecosysteemdiensten ervoor staan. Denk aan regulerende diensten als waterberging of aan productiediensten als biomassa voor energie. Want er is nog een wereld te winnen in de manier waarop we ons natuurlijk kapitaal benutten. Efficiënter, beter afgestemd en slimmer werken heeft grote voordelen voor bedrijven, burgers en overheden, zeker op de lange termijn’.
Lange termijn
‘Waar we mee te maken hebben is met name die lange termijn. Anders dan bijvoorbeeld bij de directe gevolgen van een overstroming, waarvoor het programma ‘Ruimte voor de Rivier’ is opgezet, zie je de effecten van afnemende biodiversiteit pas over een veel grotere tijdspanne. Daarom zoeken we vooral naar middelen om die effecten zichtbaar te maken. Om de noodzaak te vatten. Te laten zien: hoe zijn we afhankelijk van die biodiversiteit. Wat gaat er nu mis als het verdwijnt? En ook: hoe kunnen we het oplossen?
Deze kennis en argumenten ontwikkelen wij ter ondersteuning van beleidsontwikkeling bijvoorbeeld voor het bodembeheer. Vervolgens kunnen Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen hier op voortbouwen voor het ontwikkelen van nieuw milieubeleid en bodembeheer.