‘Industriële reststoffen worden in grote hoeveelheden (her)gebruikt als ophoogmateriaal in de bouw. In Nederland is de veilige toepassing van deze materialen als bouwstof geregeld in het Besluit Bodemkwaliteit. Sinds enkele decennia maken deze materialen een steeds belangrijker onderdeel uit van de ondiepe ondergrond van het bebouwd gebied.
In een recent artikel in Anthropocene (open access) gaan we in op drie relevante voorbeelden: assen van afvalverbranding, staalslakken en granulaat afkomstig van bouw- en sloopactiviteiten’, licht eerste auteur Joris Dijkstra (TNO) toe. ‘We beschrijven uit wat voor industriële processen deze materialen afkomstig zijn, hoe de samenstelling zich verhoudt tot de samenstelling van natuurlijke materialen, belangrijke verweringsreacties en de mogelijke invloed op omringende sedimenten in de natuurlijke ondergrond. De antropogene materialen worden gevormd bij hoge temperatuurprocessen, zijn mineralogisch instabiel en vertonen fysische en chemische veranderingen op relatief korte tijdschalen. Met dit artikel vestigen we de aandacht op een onderwerp dat in de geologische wereld tot nu toe wat onderbelicht geweest, met als doel om de ondiepe stedelijke ondergrond beter te kunnen karakteriseren en te karteren.’
Assen van huisvuilverbranding (AEC-Bodemas) die worden verwerkt in een ophoging bij de verbreding van de N242 bij Alkmaar – foto Joris Dijkstra