Moeilijk oriënteren met zo’n oude kaart
‘Ik vind het heel leuk om te kijken wat er is veranderd van vroeger naar nu’, vertelt Halla, leerling in de 1e klas VWO van het Metis Montessori Lyceum in Amsterdam. Ze loopt met negen andere leerlingen achter gids Reinder Storm aan door het centrum van de hoofdstad.
Halla bestudeert de plattegrond van Amsterdam uit 1730
Met in de hand een kopie van een kaart uit 1730 volgen de leerlingen uit de klassen 1, 2 en 3 Reinder Storm. Hij is conservator Kartografie, Geografie & Reizen bij het Allard Pierson/ Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Telkens houdt hij stil om de stedelijke ontwikkelingen te duiden. Dat is hard nodig, ‘want het is heel moeilijk om met zo’n oude kaart je nu te kunnen oriënteren’, zegt Halla. ‘Ik vind aardrijkskunde erg interessant, zeker ook om kaarten te kunnen begrijpen. Later wil ik piloot worden, en dan is dat erg handig’.
Het verhaal erachter ontdekken
Nadia zit in de derde klas vwo. ‘Dit is toch weer anders dan in een klaslokaal zitten en een uitleg volgen. Je wordt nu veel meer betrokken bij een onderwerp. En het is toch raar dat we hier elke dag lopen en er niets van weten. Niks van het verhaal erachter. Ik vind die kaart ook heel mooi gemaakt, maar gebruik liever Google Maps. Mijn ouders gebruiken nog steeds kaarten, en mijn opa en oma ook, maar ik heb zo te weinig inzicht in de straten. Maar ik vind het wel mooi om te leren hoe dat vroeger werkte en hoe mensen die kaarten tekenden’.
Reinder Storm licht de plattegrond van Amsterdam toe
Docent aardrijkskunde Anouk Stiphout vertelt dat ze blij is met deze groep leerlingen, die zichzelf hebben aangemeld voor de excursie. ‘Ze zijn gemotiveerd en dat is veel prettiger dan met een hele klas verplicht op pad te gaan. Dan ben je toch veel aan het corrigeren, hebben we geleerd van vorige jaren’. Na anderhalf uur keren de vier jongens en zes meisjes terug bij het Allard Pierson en krijgen van Reinder Storm nog een passend cadeautje mee naar huis: een geodriehoek.
De draagkracht van de bodem
In totaal doen dit jaar 90 scholen mee aan de Geoweek 2022, meldt Matthijs van der Burgh, projectmedewerker Onderwijs bij het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG), de initiator van de jaarlijkse Geoweek. Ze hebben keuze uit meer dan 60 aanbiedingen van bedrijven, musea, gemeenten en onderzoeksinstellingen.
In Heerenveen gaan de vwo-aardrijkskundeleerlingen van Sevenwolden mee op de expeditie ‘Waarom is bodemonderzoek zo belangrijk wanneer je iets gaat bouwen?’ De groep, ’s ochtends veertien, ’s middags zeventien leerlingen groot, wordt eerst het belang van onderzoek uitgelegd. ‘Waarom komt een gebouw scheef te staan, zoals de toren van Pisa? Of volgt op een damdoorbraak, zoals bij een mijn in Brazilië, een overstromingsramp. Wat is hiervan de oorzaak?’ De uitleg wordt gegeven door medewerkers van fabrikant A.P. van den Berg. Daar worden al meer dan een halve eeuw sondeerapparaten en instrumenten voor grondonderzoek gebouwd. Op land en op zee. ‘We doen al tien jaar mee aan de Geoweek’, vertelt Aletta Attema, verantwoordelijk voor de communicatie. ‘We hopen daardoor de instroom van jonge mensen te versterken’. Een kijkje in de fabriek en een proef met het sonderen met een digitaal sondeermeetsysteem maakt de leerlingen enthousiast voor techniek en onderzoek naar de bodem. Zoals Malte het verwoordt: ‘Het is heerlijk afwisselend met school. Hier krijg je echt kennis van onderzoekstechnieken’. En dat mes snijdt aan twee kanten, voegt docent Jelger Wiersma eraan toe. ‘Ze maken kennis met de praktijk en, zo essentieel na deze coronaperiode, ze worden weer actief, komen uit hun isolatie, komen overeind uit het hangen, wat ze de afgelopen twee jaar helaas zo hebben moeten doen.’
Een proefopstelling voor de leerlingen van een bodemsondering
