Home  »  ENBONieuws   »   Hoe een treinramp leidde tot technische voorspoed; 100 jaar geotechniek

Hoe een treinramp leidde tot technische voorspoed; 100 jaar geotechniek


Van deze kennis profiteert Rijkswaterstaat nu nog dagelijks. ‘De treinramp was aanleiding om gedegen onderzoek naar de bodem te doen’, zegt Arjan Grashuis (Rijkswaterstaat), teamleider geotechnisch team. Na de ramp werd het Laboratorium voor Grondmechanica (nu Deltares) opgericht. ‘We maken nog steeds dankbaar gebruik van het onderzoek dat daar in de loop van de jaren gedaan is, bijvoorbeeld bij de bouw van de Deltawerken en de Afsluitdijk.’

Een greep uit 100 jaar geotechniek aan de hand van iconische Rijkswaterstaat-projecten.

Noordersluis in IJmuiden
In 1921 begon in IJmuiden de bouw van de Noordersluis, destijds de grootste sluis ter wereld. ‘De techniek om beton onder water te storten, bestond niet, dus moesten ze heel diep graven om droge bouwkuipen te realiseren. Ook was het gebruik van damwanden geenszins gemeengoed’, legt Arend Hartman, geotechnisch en geohydrologisch ingenieur bij BAM uit in het boek Honderd jaar geotechniek. Er werden oplossingen gevonden om damwanden tot een diepte van 40 meter onder NAP de grond in te krijgen. Het bleken duurzame vondsten te zijn. In 1928 was de sluis klaar en doet nog steeds dienst.

De Deltawerken
De Deltawerken profiteerde dankbaar van al het geotechnisch onderzoek dat in de jaren ervoor gedaan werd. Daarnaast nam het vakgebied een grote vlucht door alle kennis die bij de aanleg van deze iconen werd opgedaan.


De bouw van de Oosterscheldekering en het eindresultaat – Foto’s RWS
Zo werd de Oosterscheldekering opzettelijk niet dichtgemaakt, waardoor onder meer de waterkwaliteit op peil bleef. Ook werd de kering prefab gebouwd en werd de GeoCentrifuge gebouwd. Deze laatste is nog steeds een belangrijk onderzoeksinstrument voor kustbescherming en ondergrondse constructies.


Lees verder.