‘Bodem heeft voor velen nog te weinig geldelijke waarde. Zij zien noch de potentiële opbrengst die de bodem kan bieden, noch de potentiële schade die de bodem kan lijden. Ontkokering, het vroegtijdig sluiten van allianties en het adequaat aandragen van waardevolle alternatieven zijn daarom essentieel om te voorkomen dat de Omgevingswet alleen vanaf maaiveld en niet van onderaf, de bodem, wordt gehanteerd’. Dat is een van de uitkomsten van een pilot van de Provincie Groningen met een groot aantal Groningse gemeenten.
De deelnemers aan de pilot bij de evaluatie – foto ENBO
Quick scan
Ondersteund door het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond, als een van de Kennisprojecten, onderzochten Groningse gemeenten en de Provincie in de afgelopen twee jaar hoe het systeem bodem en ondergrond een positieve bijdrage kan leveren aan ontwikkelplannen, zoals een energievisie, met het oog op de aanstaande Omgevingswet. Enkele van de vragen die daarbij aan de orde kwamen waren welke strategieën er mogelijk zijn voor het inbrengen van bodem en ondergrond in de gemeentelijke processen voor het ontwikkelen van omgevingsplannen en omgevingsvisies, en hoe de omslag is te bewerkstelligen van een sectorale naar een integrale benadering, in relatie tot maatschappelijke opgaven. Om die vragen te beantwoorden werd geoefend via een pilot, door aan te haken bij de ruimtelijke visie op energietransitie van de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum. Daartoe hebben zij een ‘quick scan bodem voor energievisieopgesteld’, die per relevante energievorm aangeeft wat de bijdrage van en gevolgen voor bodem en ondergrond kan zijn, zodat daar bij het maken van beleidskeuzes binnen de visie beter rekening mee kan worden gehouden.
Zonnepark
Op 25 november jongstleden werd het project afgesloten met een evaluatie. Alom werd vastgesteld dat de bodem en ondergrond geen aandacht krijgt in een gemeentelijke besluitvorming bij de aanleg van, bijvoorbeeld, een zonnepark. Zo wijzigde één van de gemeenten het bestemmingsplan voor een uitbreiding van een zonnepark van 1200 naar 3200 vierkante meter zonder de effecten op bodem en ondergrond hierin mee te wegen. ‘Het belang van bodem raakt vaak ondergesneeuwd bij andere belangen’, werd geconstateerd, terwijl de komende Omgevingswet juist bedoeld is om te komen tot een integrale afweging. ‘Maar zonneparken zijn maatschappelijk gewenst, leveren subsidie op en dus staat de realisatie ervan onder grote – ook politieke – druk’.
Allianties
Dus, werd geconstateerd, zullen “bodemmensen” moeten leren om allianties te sluiten om de verkokerde verhoudingen binnen de gemeente te doorbreken. Misschien ook partners buiten het werkveld milieu moeten opzoeken, bijvoorbeeld landbouw of natuur’. ‘Daarnaast kunnen we positieve voorwaarden gaan formuleren voor hoe zo’n zonnepark wel gerealiseerd kan worden in combinatie met goed bodembeheer’. De quickscan bevat daar al voorbeelden van.
Al is het binnen de pilot niet gelukt om bij de besluitvorming over het zonnepark aan tafel te komen, de quickscan helpt de bodemmensen wel om zelf bouwstenen voor de toekomstige Omgevingsvisies aan te dragen. Ook bodemmensen moeten leren naar buiten te treden en soms dan maar ongevraagd hun kennis in te brengen, ook zonder stok achter de deur als de Wet bodembescherming. Een van de voorgenomen vervolgstappen is te onderzoeken hoe de uitkomsten van de scan kunnen doorwerken in een op te stellen Omgevingsvisie.
Uitbreiding
De quick scan moet ook uitgebreid worden voor andere thema’s of binnen het thema energie met feiten, cijfers, werd geconstateerd. Dit om de bodem en ondergrond een goede positie te geven in bijvoorbeeld het proces van de Regionale Energie Strategie (RES) of de nog op te stellen warmtetransitieplannen.
Omgevingswetproof?
Als de pilot ons iets heeft geleerd, werd geconstateerd, dan is het dat we vanuit het werkveld bodem en ondergrond nog niet Omgevingswetproof zijn, als het gaat om het betrekken van bodem en ondergrond in plan-, visie- en besluitvormingsprocessen. Dat geldt zowel voor de deelnemende gemeenten als voor de Provincie zelf. Het belang van een gezonde, toekomstbestendige bodem en ondergrond is moeilijk op de kaart te krijgen, zeker wanneer economische belangen prioriteit hebben. Dan gaat bijvoorbeeld de energietransitie voorbij aan de maatschappelijke participatie en blijven belangen als gezondheid buiten beeld. Om dat te kantelen is het belangrijk om vanaf het allereerste begin de goede vragen te stellen. Wordt er nagedacht over een nieuwe woonwijk dan is een van de te stellen vragen: ‘wat weten we van de waterhuishouding in het gebied?’ Is er een initiatief tot een zonnepark vraag dan: ‘Wat zijn de consequenties van de waarde van de bodem in de toekomst bij de voorgenomen opstelling van de panelen?’ Met dergelijke vragen wordt het mogelijk om integraal te gaan plannen, om systeemdenken te creëren, zodat duidelijk wordt dat alles met elkaar samenhangt. ‘Opdat we niet langer uitsluitend denken in maakbaarheid, maar juist uitgaan van de kracht van lokale situatie.’