JongSTRONG bestuursleden Joris Rooiman (l) en Arvid de Rijck (r)
Zo’n 350 leden telt JongSTRONG, die haar naam dankt aan het beleidsprogramma Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Daarvoor heette het gezelschap Jong SKB, tot aan de opheffing van SKB. De leden zijn allen jonger dan 36 jaar en werkzaam in de sector bodem en ondergrond. Het was met name in de jaren 2016 – 2017 wat stil geworden. Het bestuur, naast Arvid en Joris ook Daan Henkens, Sven Verweij en Monica Martens, heeft op zich genomen JongSTRONG weer nadrukkelijk te positioneren.
Een van de nieuwe activiteiten is het ‘Nieuwe Netwerken’. Een dag lang wordt op een kantoor van een publieke of private partij geflexwerkt. Tijdens de lunch krijgt een interessante spreker het woord en aan het eind van de middag is er een borrel.
Een ander programmaonderdeel vormen de themabijeenkomsten, vaak aanhakend op een congres of een excursie. Zo wordt dit jaar een saneringsbezoek verzorgd, in samenwerking met ARCADIS, en draagt JongSTRONG bij aan enkele onderdelen van het SIKB Jaarcongres in september. En dan is er de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering, die ook inhoudelijk vorm krijgt, passend bij het streven van JongSTRONG om kennisuitwisseling tot stand te brengen. ‘Binnen het eigen beroepsveld, maar ook door over de grenzen te kijken, naar andere sectoren waar wij iets van kunnen leren’, lichten de bestuursleden toe.
Arvid de Rijck en Joris Rooiman geven aan dat dit ook een van de redenen is om een meer actieve rol te gaan vervullen voor het KOBO-HO. ‘We zijn een zogenoemde agenda-member, maar willen daaraan meer inhoud gaan geven. Hogescholen en universiteiten – waarvoor wij ook de contacten voor KOBO-HO gaan leggen – zijn natuurlijk een logische, en belangrijke partner voor ons’. Zo wil JongSTRONG ook nog nauwer gaan samenwerken met het Nationaal Bodemtraineeship, ‘met vaste vertegenwoordiging in ons bestuur’.
De ambities zijn helder. ‘We willen over een aantal jaren een uiterst actief en interactief netwerk zijn. Een netwerk dat iedereen die werkzaam is in de bodem en ondergrond wereld weet te vinden. Met name natuurlijk wanneer het gaat om jongeren bij dit beroepsveld te betrekken – zonder jongeren heeft de sector geen toekomst.’