Jan Willem Strebus – eigen foto
Bundelen en laten stromen
‘Kennis is macht, en kennis delen is kracht’, roept halverwege het gesprek Jan Willem Strebus een bekend adagium op. Het is kenmerkend voor zijn werk; samenwerken met partners om kennis te bundelen ‘en te laten stromen’, zoals hij het verwoordt. Van oorsprong moleculair bioloog, en als zodanig ook geruime tijd werkzaam geweest, onder meer in de Verenigde Staten, koos hij op enig moment voor een positie bij een gemeentelijke overheid. ‘Ik vind het mooi en uitdagend om binnen zo’n organisatie te werken. Je kunt daar het verschil maken. Je doet er echt toe, als overheid, zeker wanneer het gaat om milieu-gerelateerde opgaven’. En de zorg voor het milieu is een van zijn grootste aandachtsvelden, zegt hij. ‘Al onze grote maatschappelijke opgaven, of het nu gaat om het klimaat, de energiehuishouding of onze gezondheid, hebben te maken met het milieu. ‘En’, voegt hij er gelijk aan toe, ‘met onze bodem. Kijk naar de actuele problemen van de boeren, naar de CO2 uitstoot, naar zorgwekkende stoffen als PFAS, naar het vrijkomen van benzeen bij afvalcentrales’.
Organische samenwerking
Eerst werkte hij als hoofd milieu voor de gemeente Enschede, later in diezelfde functie voor Apeldoorn. Trad tussendoor toe tot de VNG-werkgroep bodem. Zette vervolgens de Omgevingsdienst Veluwe IJssel op, en begon in 2018 de Omgevingsdienst Twente op te bouwen. Met telkens de zorg voor de bodem en het milieu als grote drive. Om die opgaven goed aan te kunnen pakken, hecht Jan Willem Strebus zwaar aan organisch groeiende samenwerkingsverbanden. ‘Het gaat altijd om het opbouwen van onderling vertrouwen. Zonder dat, zonder zicht te krijgen op ieders belang, zonder daartussen een modus te vinden die voor iedereen acceptabel is, kom je er niet. Dus altijd zorgen voor duidelijkheid in de onderlinge relaties, goed communiceren, over en weer bereid zijn te geven en te nemen’. Hij ziet dat er ‘nog veel vanuit eigen kolommen wordt geredeneerd’. Op al zijn werkplekken, en dus ook in het bestuur van SIKB, werkt hij aan het verbinden, het doorbreken van nog bestaande kolommen. ‘SIKB verbindt de wet- en regelgeving met de praktijk, een cruciale rol om al de verschillende partijen en organisaties die zich met bodem en ondergrond bezighouden bijeen te brengen’.
Kennis uitdragen
De onderlinge verbinding tussen die partijen wordt alleen maar meer noodzakelijk, zegt Jan Willem Strebus. ‘De aanstaande Omgevingswet stelt ons voor de opgave gezamenlijk een sturende rol te hebben. Niet zomaar iets loslaten en overlaten aan toevallige krachten. Dat leidt alleen maar tot onkruid’. Hij geeft het voorbeeld van de bodem als energiebron. ‘Daar hebben veel partijen een bepaald belang in. SIKB kan die partijen bijeen brengen, en bijdragen aan gezamenlijkheid, aan het gevoel dat we met zijn allen verantwoordelijk zijn voor goed beheer en onderhoud. Zo kun je als organisatie, door onderling vertrouwen te kweken, iedereen een toekomstperspectief bieden. En al doende kun je de aanwezige kennis ontsluiten en uitdragen. Ook dat is cruciaal, alleen al om onze zorg voor voldoende gekwalificeerd personeel. Met symposia, met kennisbijeenkomsten en met allerlei informatievoorzieningen kan SIKB bijdragen aan die kennisverbreding. En ook daarbij weer partners vinden om mee samen te werken. Opleidingsinstituten, onderwijsinstellingen, noem maar op. Het is een van de bijdragen die ik als bestuurslid hoop te kunnen leveren: het versterken van de rol van SIKB als gezaghebbend kennisinstituut.’