Aanvankelijk was het de bestudering van virussen dat haar trok. Dat werd te beperkt – de grote, samenhangende vraagstukken bleken meer te boeien. Binnen Deltares komen nu het kleine en het grote samen; environmental DNA is een evidente bron voor landschapsecologie, vertelt Sophie Moinier.
Sophie Moinier – eigen foto
De verbinding leggen
De verbinding tussen kennis(ontwikkeling), beleid en praktijk, dat spreekt haar aan bij Deltares. Sophie Moinier is er hoofd van de afdeling Bodem en Grondwaterkwaliteit en vertegenwoordigt het in het Expertisenetwerk Bodem en Ondergrond (ENBO), de uitgever van deze nieuwsbrief.
Tien jaar is ze nu werkzaam bij Deltares, binnengekomen als stagiaire. ‘Ik was toen bezig met onderzoek naar het zuiveren van wetlands, vooral onderzoek naar de chemische mogelijkheden om bodemverontreiniging te kunnen aanpakken. Door de jaren heen ben ik me meer en meer gaan toeleggen op de grotere, complexe vraagstukken. Daar waar veel belangen bij elkaar komen. Zo ben ik onder andere betrokken geraakt bij het Platform Bodembeheer. Het Platform brengt mensen bij elkaar, en helpt bij het zoeken naar handelingsperspectieven’.
Ongelooflijk veel onderzoeksvragen
‘Binnen mijn afdeling werken 30 specialisten die zich bezighouden met zeer actuele vraagstukken, zoals de Zeer Zorgwekkende Stoffen. Rond PFAS bijvoorbeeld leven ongelooflijk veel vragen. Hoe verspreidt PFAS zich en hoe kan het worden afgebroken? Een van de onderzoeken die we doen is gericht op de kenmerken van die stoffen. En op welke manier het kan worden afgebroken, bijvoorbeeld met behulp van micro-organismen. En hoe lang duurt het dan voordat het wordt afgebroken?’
Effecten op grondwater
‘Daarnaast onderzoeken we het water- en bodem systeem waarin die stoffen voorkomen. Wat zijn de effecten op de omgeving, zoals bijvoorbeeld het grondwatersysteem? Voor dergelijke onderzoeken is samenwerken noodzakelijk met andere kennisinstituten, met Rijkswaterstaat, met ministeries. We zoeken hier elkaar op en waar mogelijk trekken we ook op met het bedrijfsleven. Door samen op te trekken hopen we dat de ontwikkelde kennis handelingsperspectief biedt en hopen we samen de spreekwoordelijke puzzel te leggen om uiteindelijk tot een gezonder water- en bodemsysteem te komen’.
Van geneeskunde naar bodemkunde
‘Ik ben deze sector ingerold. Als kind had ik heel andere ambities. Ik wilde de geneeskunde in. Onderzoek doen naar virussen, dat soort zaken. Daarmee ben ik ook ooit begonnen; mijn achtergrond is de biomedische wetenschap. Maar toen ik erachter kwam dat het daar om wel heel specifiek onderzoek ging, verlegde ik mijn aandacht. Want ik vind het grote plaatje zo interessant. Hoe verschillende actoren met elkaar samenwerken, hoe iets kleins in een heel groot perspectief past. Zo ben ik vanuit het heel kleine, het DNA, uitgekomen bij de meest grootschalige expertise binnen de biologie, de landschapsecologie. In die discipline wordt alles met elkaar samengebracht.
Daarom ben ik bij Deltares terecht gekomen. En toen ben ik de bodem ingezakt’, lacht ze luid.
eDNA duikt weer op
‘Het mooie is dat dat heel kleine, het DNA, steeds meer opduikt in het heel grote. Zoals met environmental DNA, afgekort eDNA. Bij onderzoek naar antibiotica resistentie. Of bij onderzoek van bodemmonsters op soortensamenstelling. Het leuke is dat mijn afstudeerscriptie ging over eDNA en dat ik nu hiermee in de praktijk weer mee te maken heb’.
Kennis delen binnen ENBO
‘Mijn deelname aan het Regieteam van ENBO is een heel logische keuze. De opgaven waar we met zijn allen voor staan zijn zo complex, dat we die ook alleen maar met zijn allen kunnen oppakken. Binnen ENBO delen we ieders kennis, produceren we deze nieuwsbrief en denken we mee met bijeenkomsten als het Bodem Breed Symposium et cetera. Een prima plek voor dat wat Deltares ambieert; toegepast onderzoek verrichten en diepgaande kennis ontwikkelen, wat nodig en bruikbaar is voor de leefbaarheid in deltagebieden. Kennis die we daarnaast voor iedereen toegankelijk willen maken om zo bij te dragen aan innovatieve oplossingen.’