Home  »  ENBONieuws   »   Kwaliteit van grondwater baart zorgen

Kwaliteit van grondwater baart zorgen

Het grondwater is vrijwel overal in Nederland verontreinigd. Nutriënten, metalen en tal van door de mens geproduceerde chemische stoffen tasten de kwaliteit fors aan. Dat vormt op termijn mogelijk een bedreiging voor het drinkwater en de natuur. Lees verder.

 


V.l.n.r. Nanko de Boorder, Janco van Gelderen en Bas Nelemans – eigen foto’s

Cijfers liegen er niet om
Het rapport Grondwaterkwaliteit Nederland 2021 – 2022, dat eind vorig jaar verscheen, liegt er niet om. In 84 procent van de metingen in het ondiepe grondwater – zo’n vijf tot tien meter beneden maaiveld – worden stoffen aangetroffen die daar niet van nature thuishoren. En in diepere filters nog altijd 65 procent. Bestrijdingsmiddelen, PFAS, geneesmiddelen – noem maar op. Arcadis, dat het onderzoek in opdracht van het Platform Meetnetbeheerders Grondwaterkwaliteit verzorgde, spreekt over een ‘verontrustend signaal naar onder andere besturen van provincies dat het grondwater vrijwel overal verontreinigd is met één of meer milieuvreemde stoffen, en dat daarmee noodzaak is om verdere achteruitgang van deze grondwaterkwaliteit te voorkomen.’ Want: ‘In de volgende rapportage, verwacht in 2025 over de meetronde 2024 […], zal eveneens een uitgebreid en compleet beeld gegeven worden van de grondwaterkwaliteit in Nederland met daarbij een (nog) scherper beeld van PFAS-voorkomens in het grondwater.’

Even wat cijfers
Een greep uit de cijfers. ‘Er zijn 45 anorganische stoffen onderzocht, die met uitzondering van thallium allemaal zijn aangetroffen boven de rapportagegrens. Van deze stoffen heeft alleen nitraat een generieke Europese norm en hebben er zes een drempelwaarde (= Nederlandse norm) per grondwaterlichaam: chloride, totaal-fosfor, arseen, nikkel, cadmium en lood. Overschrijding van de norm of drempelwaarde komt bij al deze zeven stoffen voor’.

Veel bestrijdingsmiddelen
‘In bijna 70 procent van de ondiepe filters zijn bestrijdingsmiddelen aangetroffen. In totaal zijn 102 bestrijdingsmiddelen gemeten, inclusief een aantal (al dan niet humaantoxicologisch relevante) metabolieten. Hiervan zijn 68 stoffen aangetroffen, waarvan 53 normoverschrijdend. Zorgwekkend is dat in bijna de helft van alle filters meerdere verschillende bestrijdingsmiddelen zijn aangetroffen; in 15 procent van de filters zelfs meer dan tien’.
‘In circa 66 procent van de ondiepe filters zijn één of meer overige verontreinigende stoffen aangetroffen. Dit is een hoog percentage, vergelijkbaar met hoe vaak we bestrijdingsmiddelen aantreffen. In totaal zijn 76 overige verontreinigende stoffen geanalyseerd, waarvan er 51 zijn aangetroffen en 47 in één of meer filters de signaleringswaarde overschrijden. Het percentage overschrijdingen is met ca. 52% van de ondiepe filters zelfs hoger dan bij de bestrijdingsmiddelen’.

En dan nog PFAS
En tot slot de PFAS-stoffen. Die zijn in ongeveer 58 procent van de ondiepe filters aangetroffen. ‘De spreiding over het land is lastig vast te stellen, omdat in een aantal provincies de gehanteerde rapportagegrenzen lager zijn dan in de andere provincies. In provincies waar met de lagere rapportagegrenzen is gewerkt ligt het percentage van aantreffen van één of meer stoffen zelfs tussen 80 en 100 procent van de ondiepe filters. Van de 37 gemeten PFAS zijn er 16 boven de rapportagegrens aangetroffen, waarvan 11 met één of meer normoverschrijdingen’, aldus Arcadis.

‘Groene kaartjes, dus geen zorgen?’
Janco van Gelderen, verbonden aan de Provincie Utrecht en het Informatiehuis Water, Nanko de Boorder, voorzitter van het Platform Meetnetbeheerders en Bas Nelemans, projectleider, lichten het onderzoek toe. ‘Periodiek meten alle Nederlandse provincies de grondwaterkwaliteit in hun gebied. Dit onder andere ten dienste van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dat is eerder gebeurd in 2006, 2009, 2012, 2015 en 2018. Nu zijn de cijfers bekend over de periode 2021 en 2022. Ogenschijnlijk is er weinig aan de hand en zou je de kwaliteit van het grondwater in Nederland grotendeels een groene kaart kunnen geven. Hier speelt echter de toetsmethode een rol. Zo moeten bij tenminste 20 procent van de meetpunten, per stof, een normoverschrijding plaatsvinden. Waarbij slechts heel weinig stoffen zijn genormeerd voor de KRW. Daarnaast geldt dat een stof wijdverspreid moet voorkomen om tot 20 procent overschrijding te komen in de grote grondwaterlichamen. Dat levert dus bijna per definitie een positievere uitslag op in vergelijking met hoeveel zorgen we ons maken’.

Lappendeken
‘Als voorbeeld: Gewasbeschermingsmiddelen mogen vanuit de toelating door Europa en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden beperkt uitspoelen naar het grondwater tot in maximaal 10 procent van de metingen van het toepassingsgebied. Dit geldt steeds per werkende stof, maar er worden vele verschillende middelen toegepast in de landbouw. Dit leidt uiteindelijk tot het huidige beeld van een lappendeken van aangetroffen van stoffen in het grondwater. Voor de drinkwaterbedrijven vormen alle bestrijdingsmiddelen een probleemstof die weggezuiverd moet worden’.

Verouderde lijst normen
‘Bij metingen van het oppervlaktewater gaat dat anders. Bij die normeringen hebben onder andere de waterschappen zelf aan het stuur gezeten. Met als gevolg veel langere lijsten van normen dan, nu nog, bij het grondwater. Bij het meten van de grondwaterkwaliteit speelt ook mee dat die korte lijst ook al lang geleden is opgesteld en dat veel van de nu opspelende problemen, zoals PFAS, toen nog niet in beeld waren’.
‘Neem daarbij in acht’, vervolgen de drie betrokkenen, ‘dat de metingen niet plaatsvinden in gebieden waar op voorhand verontreiniging in beeld is, zoals een chemische wasserij of een nog te saneren terrein. Metingen gebeuren in de regel op onverdachte locaties. En wat we daar aantreffen is een heel diffuus beeld. Heel verschillende stoffen, die daar eigenlijk niet thuishoren. Vaak niet eens in heel hoge concentraties, maar tezamen wel degelijk potentieel schadelijk en ongewenst’.

Vergrijzing van het grondwater
Van Gelderen, De Boorder en Nelemans wijzen op het effect van wat wordt genoemd de ‘vergrijzing’ van het grondwater. ‘Veel van de chemische stoffen die in het ondiepe grondwater worden aangetroffen, krijg je er niet meer uit. Ze zakken langzaam, maar heel zeker, naar beneden. Komen in diepere lagen van het grondwater en – zeker zo zorgelijk – kunnen generaties lang tot op grote afstanden van de bron problemen veroorzaken. Problemen voor het gebruik als drinkwater, voor beregening van voedselgewassen en het drenken van vee. Ook bepaalde ecosystemen zijn afhankelijk van voldoende schoon grondwater’.

Zorg voor wie dat wil zien
‘In nog maar zestien procent van onze meetpunten vind je geen milieuvreemde stoffen, zo alarmerend is het. Een percentage dat alleen maar kleiner zal worden, wanneer we met lagere rapportagegrenzen gaan werken. Zo zullen dit jaar in de meetronde alle provincies eenzelfde, lagere rapportagegrens op PFAS toepassen. Reken er dus maar vast op dat de aanwezigheid van PFAS in het grondwater in alle provincies sterker zal worden aangetoond’.
‘Het woord “alarmerend” viel, en dat houdt natuurlijk verband met de perceptie’ merken de drie betrokkenen op. Vanuit de KRW bezien is het – nu – nog niet zo zorgelijk en gaat het best nog wel goed met het grondwater. Maar iemand die drinkwater uit grondwater wil produceren zal er heel anders tegenaan kijken. Ziet een veel intensievere drinkwaterzuivering met daarbij hogere kosten aankomen. Of wie redeneert vanuit algemene principes en vindt dat grondwater een schone onberispelijke bron moet zijn, die moet zich zorgen maken’.

Nieuw probleem á la stikstof?
‘Wat in ieder geval voor iedereen duidelijk moet zijn door deze landelijke rapportage, is dat die milieuvreemde stoffen heel wijdverspreid zijn. Ook op plekken waar je ze eigenlijk niet zou verwachten. We vinden bijvoorbeeld PFAS midden in natuurgebieden’.
Het leidt tot een vraag over mogelijke gevolgen. Gaat vervuild grondwater zorgen voor een probleem á la stikstof?
‘Niet in die mate’, is de verwachting. ‘De problemen zullen zich vooral bij de drinkwaterwinning en de natuur gaan voordoen’, denken de gesprekspartners.
Eén van de aanbevelingen in het rapport van Arcadis is daarom om bij een aantal meetlocaties, bijvoorbeeld daar waar meer risico’s bestaan, ook zeer ondiepe filters te plaatsen (3 – 5 meter onder maaiveld). ‘Hiermee kunnen nieuwe verontreinigingen nog eerder worden gesignaleerd.’ Wat ook anders moet is de monitoring en toetsmethode. ‘We moeten niet alleen ondieper gaan meten, maar per stofgroep toetsen aan de norm van 0,1 microgram per liter, in plaats van per individuele stof.
Daarmee doe je meer recht aan het werkelijke beeld en ook dat maakt het mogelijk om vroegtijdig te signaleren welke gevaren er dreigen,’ stellen Van Gelderen, De Boorder en Nelemans.

Kijk hier voor meer informatie.