Sinds 2021 is Patrick van Domburg voorzitter van het Centraal College van Deskundigen Archeologie. Deze rol vervult hij naast zijn burgemeesterschap van de gemeente Bronckhorst. Onlangs werd zijn herbenoeming door het SIKB-bestuur bekrachtigd. We spraken met Van Domburg over zijn ervaringen als voorzitter in de afgelopen vier jaar en keken vooruit naar de komende periode.
Het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie heeft als taak de kwaliteitsnormen voor zowel het bedrijfsleven als de overheid op het gebied van archeologie te ontwikkelen en actueel te houden. Van Domburg licht toe: “We komen vier keer per jaar bij elkaar. De leden van het CCvD zijn zeer betrokken bij hun vak en zetten zich met veel enthousiasme in voor de ontwikkeling van het vakgebied. Het doel van het CCvD is ervoor te zorgen dat alle direct belanghebbenden inspraak hebben bij het opstellen van normen. De leden werken vanuit hun eigen expertise samen om de kwaliteit van het werk te verbeteren, documenten up-to-date te houden en het juiste gebruik van deze normen te bevorderen.”
Dit betreft onder andere de certificeringsrichtlijn BRL SIKB 4000, de bijbehorende protocollen (de werkdocumenten die zijn vervat in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, KNA), en de Actorregistratie Archeologie. De KNA omvat verschillende protocollen voor archeologie op de droge bodem (KNA Landbodem) en onder water (KNA waterbodems), evenals aanvullende documenten zoals de KNA-Leidraden.
Van amateur-archeoloog tot voorzitter
Van Domburg is al sinds zijn dertiende actief als amateur-archeoloog. “Begin jaren tachtig werd ik lid van de Archeologie Werkgroep Zoetermeer, een zeer actieve groep. We deden onderzoek, verzorgden publicaties en organiseerden tentoonstellingen. De mooiste opgraving die we hebben gedaan was bij het Huis te Palenstein in Zoetermeer. Er was al vaak gezocht naar dit huis van de familie Van Egmond en wij vonden daar honderden palen.”
Van Domburg was zo’n vijftien jaar actief bij de werkgroep, van 1983 tot het moment dat zelf graven verboden werd. “Ik beoefende archeologie al voordat het SIKB werd opgericht. Dat er nu zoveel aandacht is voor kwaliteitsborging en het betrekken van de gemeenschap is een belangrijke vooruitgang. Regels zijn essentieel, maar ze kunnen soms beperkend werken. In het CCvD werken we eraan om de regels eenvoudiger en praktischer te maken, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit.”
Het veld in
Van Domburg brengt in zijn voorzitterschap ook zijn bestuurlijke ervaring mee. Tot voor kort was hij burgemeester van IJsselstein, een functie die hij negen jaar vervuld heeft. Sinds kort is hij burgemeester van de gemeente Bronckhorst, waar hij zich ook met archeologie blijft bezighouden. “Wanneer het kan, ga ik nog steeds het veld in als er opgravingen plaatsvinden in mijn gemeente.”
“We denken vaak dat nieuwe technieken voor later zijn, maar later is nu.”
Innovatie en participatie
Kijkend naar de komende vier jaar, verwacht Van Domburg dat er veel aandacht zal zijn voor de toepassing van nieuwe technieken in de archeologie. “We denken vaak dat nieuwe technieken voor later zijn, maar later is nu. Het is belangrijk dat we ook voor deze technieken normen ontwikkelen. Bijvoorbeeld bij het gebruik van sonar of grondradar: zou je dit verplicht moeten inzetten voordat je begint met je veldonderzoek? Technieken kunnen ons vakgebied enorm helpen, niet alleen bij onderzoek in landbodems maar ook in waterbodems. Door nieuwe technologieën kunnen we nu plekken bereiken die voorheen moeilijk toegankelijk waren. En dat kan essentieel zijn voor onderzoek, bijvoorbeeld omdat een vindplaats bekeken kan worden voordat deze is aangetast door natuurlijke processen of schatgravers.”
Daarnaast kan participatie van inwoners een belangrijkere rol gaan spelen, bijvoorbeeld bij het in kaart brengen van archeologische locaties. Participatie is heel belangrijk en je kunt er echt iets aan hebben. In het recente verleden, in coronatijd, hebben amateurs bijvoorbeeld grafheuvels ontdekt en in kaart gebracht door thuis achter hun computer kaartmateriaal te bekijken. Door inwoners te betrekken kan er niet alleen kostbare lokale kennis worden benut, maar ook draagvlak en interesse voor archeologisch onderzoek worden gecreëerd.”
Toekomstige uitdagingen
De komende vier jaar ziet Van Domburg vooral kansen om het vak verder te verbeteren. “We moeten kijken hoe we nieuwe technieken een plek kunnen geven in de normering en hoe we regelgeving kunnen vereenvoudigen met behoud van kwaliteit. In de archeologie is het essentieel dat we flexibel blijven en ruimte creëren voor innovatie, zodat we met de tijd mee gaan en het archeologisch onderzoek nog beter kunnen verrichten.”