Foto: Margot de Cleen en Co Molenaar – eigen foto
Met haar grote kennis en ervaring op het terrein van de bodem en ondergrond heeft Nederland lang een vooraanstaande positie in Europa gehad. In de periode tussen 2006 en 2014 is die positie en betrokkenheid op een wat lager pitje komen te staan. Dat had alles te maken met het niet instemmen met de Kaderrichtlijn Bodem die een onderdeel vormde van de Europese bodemstrategie. Samen met het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Malta vormde Nederland een “blokkerende minderheid”. Toen in 2014 de conceptrichtlijn werd ingetrokken, kon de oude positie langzaam maar zeker weer worden ingenomen. ‘Op dit moment doen we weer volop mee in de discussie en wordt er naar ons geluisterd,’ aldus Co Molenaar en Margot de Cleen.
Oplossingen vanuit het bodemsysteem
‘Een belangrijk uitgangspunt voor ons is om uit te gaan van de bijdragen die het bodemsysteem biedt aan oplossingen voor de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd. We zijn ervan overtuigd dat het bodemsysteem van toegevoegde waarde kan zijn voor de samenleving. Of je het nu hebt over klimaatadaptatie of -mitigatie, duurzame landbouw, circulaire economie of verbetering van de biodiversiteit, bij al deze thema’s speelt de bodem een rol. In de doelstellingen van de Europese bodemstrategie komen deze thema’s terug. De huidige Europese-bodemstrategie kent vier pijlers: bewustwording, kennisontwikkeling en onderzoek, integratie van de bodem in andere EU-richtlijnen. Inmiddels heeft het Europees Parlement met grote meerderheid een resolutie aangenomen voor een Europese bodemrichtlijn en is het politieke krachtenveld dus duidelijk verschoven.’
Spannende tijd
Voor Co Molenaar en Margot de Cleen breken er spannende tijden aan: ‘Nederland doet weer volop mee en onze expertise en ervaring in het bodembeleid kunnen we nu weer prachtig inbrengen. Er wordt momenteel hard gewerkt en geschreven aan een herziene bodemstrategie. We zitten beiden in de expertgroep om daarop te reflecteren. Waar we een beetje beducht voor zijn is dat we als Nederland hoge ambities hebben waar we vervolgens problemen mee hebben met de implementatie. De Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn zijn daar voorbeelden van. Daarom zullen we bij het nieuwe voorstel extra alert zijn op een goede balans tussen de doelstellingen en de realiseerbaarheid voor Nederland. In het totstandkomingstraject hebben we uiteraard ruggespraak met ministeries, overheden, bedrijfsleven kennisinstellingen en onze netwerken. De verantwoordelijk voor dit dossier ligt bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.’
Wat is een gezonde bodem
‘In de Kaderrichtlijn Water is een goede ecologische kwaliteit van het watersysteem gedefinieerd. Het is zeer wel denkbaar dat we dat, naar analogie daarvan, ook gaan doen voor het bodemsysteem. Dat betekent dat we de bodem niet beschouwen als een dode abiotische massa maar als een levend ecosysteem met al het leven dat daarin voorkomt en de functies die het vervult: bijvoorbeeld voor het vasthouden van water, het afbreken van stoffen, het leveren van voedingsstoffen voor de gewasproductie voor de landbouw of de opslag van CO2. Al die diensten en functies maakt de bodem juist zo waardevol om een bijdrage te leveren aan het halen van de Nederlandse klimaatdoelstellingen en de Europese Greendeal. Belangrijke vragen die we in het kader van de Europese bodemstrategie moeten beantwoorden zijn onder meer wat is de definitie van een gezonde bodem, wat is een goede ecologische toestand, op welk schaalniveau zou dat moeten worden beoordeeld en wat is duurzaam beheer? Ook in dat kader maken we natuurlijk driftig gebruik van publieke en private partijen en kennisinstellingen.’
De Nederlandse Roadmap
Co en Margot stellen een stappenplan voor om te komen tot een Nederlandse inbreng bestaande uit twee fasen: In eerste instantie het mede-vormgeven en vervolgens het reageren. Fase 1 begint met het aangeven van het kader en de uitgangspunten: Wat zijn de bodemproblemen in Nederland, wat doet het bestaande Nederlandse bodembeleid aan deze problemen, hoe sluit de voorgestelde bodemstrategie aan bij dat bestaande beleid en hoe kan het Nederlandse bodembeleid verbeterd worden via de EU-bodemstrategie? In fase 2 mondt dat uiteindelijk uit in een antwoord op de vraag wat Nederland gaat bijdragen aan het voorstel voor de bodemstrategie van de Europese Commissie. Binnen dit stappenplan zijn diverse bespreekmomenten vastgelegd.
Visie voor de toekomst
Co Molenaar en Margot de Cleen zijn ervan overtuigd dat het welzijn en de welvaart in Nederland niet kunnen zonder een goed functionerend bodem- en watersysteem. ‘Beiden zouden leidend moeten zijn voor de inrichting van ons land en zouden meer dan ooit een stem moeten krijgen in beleid. De komende tijd zal de druk op de schaarse ruimte door bijvoorbeeld bevolkingsgroei en de woningbouwopgave verder toenemen. Dat betekent dat we moeten laten zien wat de consequenties daarvan zijn voor bodem en ondergrond. Doe je dat niet dan loop je het grote risico straks voor grote maatschappelijke kosten komen te staan. Denk bijvoorbeeld aan de effecten van bodemverontreiniging, bodemdaling, verzilting of bodemvruchtbaarheid. We moeten af van de gedachte dat we zomaar alles op elke plek kunnen realiseren.‘
Schema: Stappenplan Nederlandse inzet