Home  »  ENBONieuws   »   Nog lang niet klaar met de bodem

Nog lang niet klaar met de bodem


Gera van Os – foto: Aeres Hogeschool Dronten
Lector Duurzaam Bodembeheer Aeres Hogeschool Dronten

Schakelpunt
‘Lectoren spelen een belangrijke rol als schakelpunt tussen onderwijs en samenleving,’ licht Gera van Os toe. ’Vaak staan docenten fulltime voor de klas en hebben weinig tot geen tijd om zich met de “buitenwereld” bezig te houden. Als lector breng ik ze via innovatieprojecten in contact met nieuwe kennis en partners. Ik haal de projecten binnen en docenten en studenten voeren het onderzoek uit, samen met de projectpartners.  Na 25 jaar bezig geweest te zijn met wetenschappelijk onderzoek had ik dat wel in de vingers. Er bleef echter veel kennis op de plank liggen. Bij de invulling van mijn lectoraat ligt de nadruk op de benutting van bestaande kennis uit wetenschappelijk onderzoek in de praktijk van alledag. Op dit moment gebeurt dat vaak nog onvoldoende, onder andere omdat daar maatwerk voor nodig is. Daarmee richt ik me binnen de school op studenten èn docenten en buiten de school op het bedrijfsleven en overheden. Ik sta vaker voor groepen boeren, ambtenaren en adviseurs dan voor studenten, om het verhaal van de bodem en het bodemleven te vertellen. Daarbij is de terugkoppeling van praktijkervaringen terug naar het onderzoek een belangrijk aandachtspunt.’

Omgaan met verandering
‘Onze ondernemers van de toekomst moeten meer dan ooit leren omgaan met veranderingen en transities in de samenleving. Er wordt van hun verwacht dat ze straks kunnen participeren in gebiedsprocessen en dat ze daar dus ook de vaardigheden voor hebben,’ licht Gera van Os verder toe. ‘Daar hoort wat mij betreft een kritische en onderzoekende houding bij. Die vaardigheden leer je niet in de klas, maar bijvoorbeeld wel door te participeren in praktijkgerichte onderzoeksprojecten. Zo kan het lectoraat een belangrijke projectpartner zijn in vraagstukken waarbij de bodem en al haar diensten een belangrijke rol vervult. Een gesprek met een student aan de keukentafel bij een boer levert een volstrekt andere dynamiek en informatie op dan een gesprek met een onderzoeker of beleidsmedewerker.’

Integrale benadering en gebiedsprocessen
‘In de bodem hangt alles met alles samen. Een gezonde bodem is essentieel voor allerlei diensten voor de samenleving: van voedselproductie tot waterbeheer, koolstofvastlegging en biodiversiteit. Als je aan de ene knop in dat systeem draait, heeft dat consequenties voor andere onderdelen. Wat goed is voor de koolstofvastlegging is soms niet goed voor de waterkwaliteit. Dit soort interacties is afhankelijk van grondsoort en bedrijfstype. Niet alles kan overal en die verwevenheid maakt duurzaam bodembeheer tot een complexe puzzel. Ook bij het maken van wet- en regelgeving is dat een uitdaging voor beleidsmakers. Bij een integrale benadering is het bijzonder lastig om alle voor- en nadelen goed tegen elkaar af te wegen. Dan loop je vast. Een pragmatische oplossing is om elk aspect apart te beschouwen; dus door afzonderlijke regels op te stellen voor waterkwaliteit, bemesting en gewasbescherming, zonder te kijken naar de samenhang of negatieve bijeffecten. Daarmee los je integrale puzzel niet op, maar schuif je het af naar de boerenpraktijk, waar de verschillende aspecten uiteindelijk wel samenkomen. Discussies hierover komen ongetwijfeld terug in de beoogde gebiedsprocessen. Daar mogen we wel een paar decennia voor uit trekken en in eerste instantie beginnen met het vertrouwen in elkaar terug te winnen.’

Goed bodembeheer is polderen
Voor de nieuwe generatie bodemprofessionals is een integrale benadering essentieel. Dat betekent vaak dat je ook andere experts nodig hebt om gezamenlijk tot de meest duurzame oplossing te komen. Gera van Os: ‘Daarbij zie ik een grote rol weggelegd voor hbo-ers: zij kunnen bij uitstek een schakel vormen tussen de academische onderzoekswereld en de praktijk. Vaak zie ik een kloof in taal, toon en belevingswereld. Een vertaalslag tussen beiden is hard nodig. De hbo-ers die wij opleiden kunnen daarbij het verschil maken. Daarom trainen we ze in het gezamenlijk optrekken met onderzoekers en bedrijfsleven, zoals in de praktijkgerichte onderzoeksprojecten vanuit de lectoraten.’

Bodem is ‘hot’
Inmiddels is de bodem weer ‘hot’. ‘Na jaren van bodemsanering is er nu eindelijk aandacht voor andere wezenlijke aspecten van de bodemkwaliteit. Nu is de actualiteit hoe we onze gewassen kunnen beschermen tegen ziektes zonder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Of hoe we de bodem veerkrachtig kunnen maken, met een bufferende werking bij weersextremen als gevolg van klimaatverandering. Dat zijn de thema’s van nu. Er is veel interesse in de bodem. Dat merk je enorm in de vragen van studenten. En vaak gaat het dan ook om boerenzonen en -dochters die op hun trekker naar Den Haag zijn gegaan. Het werd hoog tijd dat de bodem weer sturend werd. Dat hadden we jaren eerder kunnen bedenken en is inmiddels pure noodzaak. In de bodem zijn immers talrijke werknemers voor ons aan de slag voor voedselproductie, natuur, kwaliteit van de leefomgeving et cetera. Het bodemleven levert diensten waar wij met zijn allen volop van profiteren.’

Het verschil maken: Kleine stapjes
‘Vanaf de jaren ‘60 is bodemkunde grotendeels uit het mbo- en hbo-onderwijs verdwenen. Met alle chemische bijsturingsmogelijkheden was die kennis destijds ook minder relevant. Nu is een forse inhaalslag nodig. Het beleid dat bodem en water sturend moeten zijn vergroot die noodzaak, net als de komst van een Europese Bodemrichtlijn en de ambitie van het Ministerie van LNV dat in 2030 alle landbouwbodems duurzaam beheerd moeten worden. Belangrijk is ook dat we in die ontwikkeling niet alleen de studenten maar vooral ook de docent-onderzoekers meenemen. Studenten zijn ‘vluchtig’ en na verloop van tijd uit beeld; docenten blijven en bepalen de kwaliteit van de opleiding. Daarnaast zijn we vanuit het lectoraat bezig met een opleiding voor integrale bodemadviseurs (hbo+).

Ik ben ervan overtuigd dat we stapje voor stapje het verschil gaan maken. Onlangs sprak ik na een workshop over bodemleven een boer uit Groningen. Zijn reactie: “Ik ben hier omdat mij zoon les van u heeft gehad.” En dan denk ik, ja, ze hebben het erover gehad, thuis aan de keukentafel. En dat ervaar ik als een mooie stap in de goede richting.’