Home  »  Nieuwsuitgelicht   »   Programma Versterking Bodemstelsel

Programma Versterking Bodemstelsel

Op initiatief van het Ministerie is eind 2019 het Kwalibo-stelsel geëvalueerd. De belangrijkste conclusie van de verschillende evaluatierapporten was dat er alle reden was om het stelsel te verbeteren. Op basis daarvan is een Taskforce opgericht. Een van de eerste acties van de Taskforce was de instelling van een Programma Bodemstelsel. In dat kader zijn in 2021 de aanbevelingen uit de evaluatierapporten omgezet naar een plan van aanpak met concrete verbetermaatregelen.

Veertig concrete verbetermaatregelen
‘Die verbetermaatregelen zijn grofweg te verdelen in een aantal hoofdcategorieën: Versterking van de publieke sturing, versterking van de VTH-keten en versterking van de publiek-private samenwerking,’ licht Bart Crijns toe. ‘In totaal zijn, verdeeld over deze drie hoofdcategorieën, veertig concrete verbetermaatregelen benoemd. Als we die veertig maatregelen zouden implementeren dan zou het stelsel significant verbeterd moeten zijn. Dus, dat onduidelijkheden zijn weg genomen, dat de rolverdeling over wie wat doet duidelijk is en dat er een nieuw vertrouwen tussen partijen zal ontstaan. De maatregelen zijn in samenspraak met private partijen en betrokken overheden tot stand gekomen. Eind 2021 is het plan van aanpak afgerond en in april van dit jaar in een brief aan de Tweede Kamer aangeboden. De maatregelen vormen een totaalpakket. We kunnen niet zeggen: “die maatregel doen we wel en die doen we niet”. We gaan ze in principe allemaal uitvoeren. Dit kalenderjaar zijn we met een nieuw programma van start gegaan om de maatregelen te gaan implementeren. De komende twee jaar gaan we daarvoor gebruiken.’

Geen nieuw stelsel
Uitgangspunt was een aanpak voor een verbetering binnen het stelsel, niet voor een compleet nieuw stelsel. Daar is een tweetal redenen voor. Bart Crijns: ‘Ooit hebben we de bewuste keuze gemaakt om aan te sluiten bij de kennis van en de praktijkervaring van private partijen. Dat uitgangspunt blijft nog steeds recht overeind staan. Daarnaast kunnen we de handen ook in eigen boezem steken; als verantwoordelijk Ministerie hebben we soms wel het nodige aan te merken gehad op de private partijen, maar tegelijkertijd weinig interesse getoond in het stelsel. Het zou niet fair zijn als we nu zouden afhaken en de bal zouden doorspelen aan de private partijen.’
Stelselverantwoordelijkheid
Onze bewindspersoon draagt een verantwoordelijkheid voor het hele stelsel. Formeel is zij verantwoordelijk voor die onderdelen waar haar bevoegdheden liggen, bijvoorbeeld alles op het gebied van regelgeving, uitvoering van controles door de ILT et cetera. Een aantal private partijen is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het initiëren en wijzigen van normdocumenten en certificering. Beide zaken zijn complementair aan elkaar. Daarom fungeert de bewindspersoon als een Primus Inter Paris, als hoeder van het stelsel. Dat is ook een van de redenen waarom we in de verbetermaatregelen een structureel overleg hebben opgenomen tussen de betrokken publieke en private partijen. 

Herstel vertrouwen publieke en private partijen
De instelling van een vaste overlegstructuur is ook een van de maatregelen om het vertrouwen tussen publieke en private partijen te verbeteren. Natuurlijk hebben we in dat kader al sinds de instelling van de Taskforce uitgebreid overleg met elkaar gevoerd. Maar vertrouwen moet groeien. Daarom willen we een samenwerkingsprotocol vaststellen met wie we willen samenwerken, hoe we willen samenwerken en wie welke verantwoordelijkheden draagt. De publieke inzet binnen het Kwalibo-stelsel zal in elk geval vergroot gaan worden.

Risicosturingsanalyses
Gwen van de Bilt is vooral betrokken bij het VTH-deel van het Programma.  Een van de activiteiten is de uitvoering van een aantal risicosturingsanalyses. ‘We gaan hierbij de complexe materie op een systematische manier doorgronden door per stap van een aantal voorbeeldketens de problemen, oorzaken, beheersmaatregelen, actiehouders en benodigde inspanning inzichtelijk te maken. We gaan dit samen met relevante betrokkenen doen; partijen die invloed uit kunnen oefenen op het eindresultaat en partijen die beïnvloed worden door het eindresultaat. De bodemketens worden breed ingestoken en bevatten meer dan alleen de Kwalibo-werkzaamheden; opdrachtverstrekking en de toepassing van stoffen horen daar bijvoorbeeld ook bij. ‘







Gwen van de Bilt – eigen foto

Opbrengst
De opbrengst van deze analyses is velerlei: Op de eerste plaats krijgen we 
een overzicht van de (integrale) problemen, risico’s, oorzaken, beheersmaatregelen, actiehouders, benodigde inspanning en te verwachten effecten. Zo krijgen we een goed inzicht in de problematiek en sturingsinformatie voor het beheersen van de milieurisico’s. De verkregen inzichten gaan we gebruiken voor het fine tunen van de al gekozen maatregelen en het implementeren van aanvullende maatregelen. 

Planning
Vóór de zomervakantie worden de voorbeeldketens gespecificeerd en de afspraken met de benodigde mensen vastgelegd. In augustus/september vinden de gezamenlijke sessie plaats. De resultaten – 5 uitgewerkte analyses en een kort overkoepelend rapport – worden rond 15 okt. 2022 verwacht. 

Andere werkpakketten
Naast de risicosturingsanalyse is er natuurlijk nog meer werk aan de winkel. Gwen van de Bilt: ‘Het tweede werkpakket is het versterken van de VTH-keten. Hierbij draait het om de vraag hoe we het Kwalibo-stelsel risicogestuurd in kunnen richten, zodat de milieurisico’s kunnen worden beheerst. Risicogestuurd werken is het procesmatig sturen van de risico’s, op basis van risicogericht denken en continue verbetercycli (PDCA). Het derde werkpakket is het verbeteren van de informatiepositie van de ILT; hoe kunnen we de benodigde data en informatie op het juiste moment in het VTH-proces beschikbaar krijgen? In de kern gaat het erom dat we de prestaties in de VTH-keten zichtbaar maken en continue verbetercycli implementeren, zodat we actief bijdragen aan het realiseren van een schone en gezonde leefomgeving, die ook als zodanig wordt ervaren door de inwoners van Nederland.’

Tevreden
Wanneer het Programma “klaar” is en de beide zegspersonen tevreden zijn? Bart Crijns: ‘Uiteindelijk moet het ertoe leiden dat overheid en private partijen er samen voor zorgen dat de uit te voeren werkzaamheden het belang van de bodem waarborgen op een manier die werkbaar en uitvoerbaar is.’ Gwen van de Bilt: ‘Voor het VTH-spoor is het belangrijk dat het niet bij een eenmalige actie blijft. Als de werkprocessen en de continue verbetercyli zijn geimplementeerd, zitten we goed!’ 







Bart Crijns- eigen foto

Groepen Kwalibo-werkzaamheden:
1. Ontwerpen, installeren en beheren van bodem- en energiesystemen
2. Ontgraven, bewerken en samenvoegen van grond en bagger; graven en saneren van de bodem, grondwatersanering en baggerswerkzaamheden
3. Aanleggen en beheren van bodembeschermende en vloeistofdichte voorzieningen
4. Installeren, beheren en verwijderen van ondergrondse tanks
5. Produceren van bouwstoffen

Kwalibo-werkzaamheden onderdeel van meerdere ketens
6. Certificeren van personen en producten
7. Uitvoeren van partijkeuringen, veldwerk en analyses 

=> 5 risicosturingsanalyses waar 6 en 7 onderdeel van uit maken.

Wie denkt mee?
Graag uiterlijk 30 juni ’22 opgeven bij projectleider VTH (Gwen.vande.bilt@ilent.nl):
– Naam en contactgegevens participant en naam van de organisatie
– Nummer Kwalibo-groep (1 t/m 7)       
– Welke fase; de volle 5 sessies of de eenmalige veegsessie 

Benodigde inspanning voor de deelnemers van de sessies, per analyse/voorbeeldketen:
– 5 live of digitale sessies van een halve dag
– Kort op elkaar (1 of 2 per week)
– 4-6 inhoudelijke experts/sessie, verschillende achtergronden/rollen
Daarna veegsessies van 1 halve dag met andere relevante partijen.
Graag voor uiterlijk 30 juni ’22 opgeven bij projectleider VTH Gwen van de Bilt,  mail: gwen.vande.bilt@ilent.nl