Home  »  ENBONieuws   »   Quirine Diesbergen, programmamanager Bodem ILT: ‘Bodemvervuiling moet een zichtbaar delict worden’

Quirine Diesbergen, programmamanager Bodem ILT: ‘Bodemvervuiling moet een zichtbaar delict worden’



Inspectiebrede Risicoanalyse
‘De inspectie zet haar capaciteit specifiek in daar waar het meeste risico of schade kan ontstaan voor de samenleving’, vertelt Quirine Diesbergen. ‘Voor de prioriteitstelling is een Inspectiebrede Risicoanalyse (IBRA) uitgevoerd. Daaruit kwam naar voren dat door verkeerde werkzaamheden met afval dit voor 2,5 miljard euro jaarlijks schade oplevert. Voor de bodemsector bedraagt dit 1,7 miljard euro schade per jaar. De risicogerichte aanpak heeft in 2018 geleid tot een nieuwe programmering op het gebied van Bodem, ILT-breed, dat bestaat uit meerdere sporen. Naast de traditionele taak van toezichthouder, is er een spoor dat bestaat uit kennisdelen en het versterken van de samenwerking binnen de keten. We zien voor ons daarin een belangrijke rol weggelegd: het organiseren in het samenwerken en kennisdelen tussen de verschillende toezichthouders om te komen tot een meer doelmatig toezicht. Daarvoor houden we rondetafelgesprekken en gaan we een “community of practise” bouwen. Hierbij betrekken we ook de Certificerende Instellingen (CI-s), want certificeren is een belangrijke, private vorm van toezicht. Voor de taak om meer kennis te delen en samen te werken hebben we bijvoorbeeld samen met andere toezichthouders op 6 juni een Bodemcongres gehouden’

Inhoudelijke thema’s
‘Onderdeel van dit spoor is het ontwikkelen van vier thema’s’, vervolgt Quirine Diesbergen, ‘Allereerst het thema bodemenergie. We weten dat de sector hierin veel kansen ziet, maar er zit helaas ook veel kaf tussen het koren. En om dat te scheiden, dat is onze rol. 

Het tweede thema is het omgaan met bodemassen uit afvalenergiecentrales, waar ook door onder andere Zembla de nodige aandacht op is gevestigd.  De grondimport is het derde thema waarbij we de inspectie, op een hoger niveau tillen, en de gehele keten erbij gaan betrekken. Het adequaat vastleggen van data speelt daarin een belangrijke rol. Na 2020 komen ook de grondstromen in beeld, waarbij ongetwijfeld wordt aangehaakt op activiteiten die nu voor de Basisregistratie Ondergrond (BRO) gaande zijn. 
Het vierde thema vormen de grondbanken. De controle op de scheiding tussen vuile en schone grond. Dat start komend najaar’. 

Evaluatie wetgeving
‘Een ander spoor is de wetgeving. Dat is een zo complex stelsel dat een goede naleving daarvan nog weleens in het geding komt. Nu gaat ILT niet over de wetgeving, maar we kunnen wel onze ervaringen aanleveren en meedenken over de mogelijkheden tot verbeteringen, en zo veel als haalbaar ook vereenvoudiging’.  Quirine Diesbergen constateert dat het stelsel van privaat-publieke samenwerking, dat berust op wederzijds vertrouwen en het gezamenlijk opstellen van normdocumenten, toch jaarlijks tot de eerdergenoemde schadeposten leidt, maar wil daaraan in dit stadium geen conclusies verbinden. Dat wordt nu nader onderzocht in een door het ministerie geïnitieerd onderzoek naar de werking van het kwalibo-stelsel.

Veranderopgave 

De ILT is in 2018 begonnen met het omvormen naar een nieuwe organisatiestructuur, die de inhoudelijke taken beter moet kunnen ondersteunen. Ook de ILT-brede risicobenadering vraagt om een doorbreking van de sectorale indeling van de organisatie. Die interne veranderopgave, licht Quirine Diesbergen toe, wordt eind dit jaar geformaliseerd. Vanaf 1 januari 2020 werkt ILT programmatisch op de meest belangrijke thema’s. Dat wordt ondersteund met een extra financiële bijdrage vanuit het ministerie van I en W. Dit jaar tien miljoen euro, volgend jaar 12 miljoen en vanaf 2021 jaar vijftien miljoen structureel. ‘Alles tezamen kan dit ertoe bijdragen dat bodemvervuiling, waarover ik iemand hoorde zeggen dat dat een “slachtofferloos delict is”, en dus een onzichtbaar probleem, straks zichtbaar wordt, voor ons nu, en niet pas voor onze kinderen later.’