Home  »  ENBONieuws   »   Samen sterker: nieuwe overlegstructuur brengt bodemtoezicht in beweging

Samen sterker: nieuwe overlegstructuur brengt bodemtoezicht in beweging

De bodem in Nederland staat onder toenemende druk. Klimaatverandering, ruimtelijke ordeningsopgaven, vervuilingsproblemen (zoals PFAS en Zeer Zorgwekkende Stoffen) en complexe regelgeving maken goed toezicht urgenter dan ooit. Tegelijkertijd is dat toezicht vaak versnipperd. Met het Landelijk Overleg Toezicht Bodem (LOTB) komt daar verandering in. Deze nieuwe overlegstructuur verbindt toezichthouders op landelijk, regionaal en lokaal niveau met als doel: beter samenwerken, sneller inspelen op signalen uit de praktijk en beleid beter laten aansluiten op wat er speelt in het veld.

Van losse eindjes naar één geheel
De nieuwe structuur is tot stand gekomen op initiatief van de al langer bestaande Landelijke Werkgroep Ketentoezicht Bodem, Bagger en Bouwstoffen (LWKBBB). Na een periode van minder activiteit is deze werkgroep opnieuw geactiveerd en uitgebreid, met een stevige verbinding naar beleid en bestuur, als het nieuwe Landelijk Overleg Toezicht Bodem (LOTB).

Het LOTB is een structureel overleg dat is opgebouwd uit drie lagen:

  • De stuurgroep (directeuren van OD’s en ILT) stelt de strategische prioriteiten vast en zorgt dat de juiste bestuurlijke acties worden ingezet.
  • De coördinatiegroep (teamleiders OD’s, RWS, ILT) vertaalt deze signalen naar acties en onderhoudt het contact met landelijke koepels zoals IPO, VNG, UVW en ODNL.
  • De werkgroep LWKBBB bestaat uit toezichthouders van de omgevingsdiensten die signalen en knelpunten uit het veld verzamelen en bespreken. Ook ILT, RWS, waterschappen en de politie zijn vertegenwoordigd in de werkgroep.

Deze opbouw maakt het mogelijk om zowel van onderaf (vanuit de praktijk) als van bovenaf (vanuit beleid en strategie) invloed uit te oefenen. Op deze manier kunnen urgente kwesties snel en gericht worden opgepakt.

Meer structuur en meer impact
Het toezicht op bodemkwaliteit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van veel partijen: omgevingsdiensten, waterschappen, provincies, gemeenten en Rijksorganisaties. In de praktijk betekende dat tot nu toe vaak: iedereen zijn eigen deel. De nieuwe structuur levert volgens werkgroepvoorzitter Pim Hartman (Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied) meteen resultaat op.

“Voorheen kregen we onze signalen niet goed bij beleidsmakers. Nu is er een duidelijke route om ze bespreekbaar te maken en om er actie op te laten volgen. Signalen over bijvoorbeeld tijdelijke opslag van grond, hybride kunstgrasvelden en secundaire bouwstoffen worden nu sneller opgepakt.” Ook knelpunten in digitale systemen, zoals bijvoorbeeld het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), worden onder de aandacht gebracht.

Individueel kan geen enkele partij deze complexe vraagstukken oplossen. Alleen samen kom je tot goede oplossingen.

Samen kom je verder
Volgens voorzitter van de coördinatiegroep Michael Stolk (Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied) zit de kracht van het LOTB vooral in de samenwerking: “Individueel kan geen enkele partij deze complexe vraagstukken oplossen. Alleen samen kom je tot goede oplossingen. De informatie-uitwisseling is nu veel soepeler. Dat is de eerste winst.” De coördinatiegroep verbindt de praktijk met het beleid en zorgt ervoor dat signalen leiden tot concrete vervolgstappen. Daarbij is het belangrijk dat medewerkers de ruimte krijgen om actief bij te dragen aan het overleg en toezicht.

Stuurgroep in actie: gezamenlijke richting en bestuurlijke daadkracht
Het belang van bestuurlijke opvolging van signalen uit de praktijk wordt onderstreept door de voorzitter van de stuurgroep, Marc la Rivière (ILT). “De betrokkenheid in de stuurgroep geeft mij meer inzicht in waar collega-toezichthouders tegenaan lopen. Zo hebben signalen vanuit omgevingsdiensten mede geleid tot de twee signaalrapportages over milieuproblemen bij het gebruik van LD-staalslakken.”

Volgens La Rivière liggen er op bestuurlijk vlak twee grote uitdagingen: het verbinden van alle toezichthouders in het bodemdomein en het helder krijgen van ieders rol en verantwoordelijkheid. “Die rollen kunnen soms best schuren, maar samenwerking begint bij duidelijkheid,” benadrukt hij. Daarnaast wijst hij op het belang van het signaleren van tekortkomingen in wet- en regelgeving: “Als bestaande regels onvoldoende bescherming bieden voor onze leefomgeving, moeten we dat durven benoemen.”

Toezicht met toekomst: samenwerken aan zichtbare resultaten
De samenwerking binnen het LOTB is gericht op tastbare verbeteringen in het bodemtoezicht. Door kennisdeling en een betere afstemming tussen toezichthouders ontstaat meer grip op nieuwe ontwikkelingen en risico’s. Er wordt gestuurd op prioriteiten, gewerkt aan een gelijk speelveld bij overtredingen en actief bijgedragen aan het verbeteren van wet- en regelgeving. De bodem vormt immers letterlijk de basis van grote maatschappelijke opgaven – van woningbouw tot klimaatadaptatie. Goed toezicht is daarbij onmisbaar. Door samenwerking en met bestuurlijke daadkracht bouwen de betrokken partijen binnen het LOTB aan een stevig fundament voor toekomstbestendig bodemtoezicht in Nederland.

Bij de werkgroep zijn inspecteurs van omgevingsdiensten, waterschappen en politie van harte welkom om aan te sluiten. Neem bij interesse contact op met Pim Hartman via Pim.Hartman@odnzkg.nl.
Ook de coördinatiegroep en de stuurgroep kunnen versterkt worden met teamleiders respectievelijk directeuren van OD’s, waterschappen, de Unie van Waterschappen en de politie. Vragen hierover en andere vragen over het LOTB kunnen gestuurd worden aan Hetty de Jong van ILT (secretaris van de coördinatiegroep en stuurgroep) via hetty.de.jong@ilent.nl.


Marc la Rivière, Michael Stolk en Pim Hartman – eigen foto’s.