Geert Roovers: veel bereikt, nu nog een structurele financiering – eigen foto
Succesvolle werkwijze ontwikkeld
‘Het wachten is op het nieuwe bestuursakkoord tussen het Rijk en de koepelorganisaties UvW, VNG en IPO voor de invulling en financiering van de kennis- en infrastructuur bodem en ondergrond’, licht oprichter en trekker Geert Roovers toe. Het Kennis- en Onderwijscentrum Bodem en Ondergrond voor het hoger onderwijs (KOBO) vestigt binnen hogescholen en universiteiten de aandacht voor onderwijs en vakmanschap op het gebied van bodem en ondergrond. De kosten zijn vooral ‘in kind’ en worden gedragen door de partners, waaronder de hogescholen, bedrijven en een aantal gemeenten. Voor de out-of-pocket kosten kon de afgelopen jaren worden aangeklopt bij het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond.
‘In die jaren hebben we een succesvolle werkwijze kunnen ontwikkelen’, vertelt Geert Roovers. ‘Onze zogenoemde ambassadeurs koppelen in hun regio onderwijsinstellingen aan bedrijven om voor studenten praktijkopdrachten, stages en afstudeeropdrachten mogelijk te maken. Ook gemeenten participeren in die netwerken. Daaruit zijn ook verschillende nieuwe werkvormen voortgekomen’.
Labs, Challenges en blended learning
‘In zogenoemde Underground Challenges werkt een groep studenten een dag of dagdeel aan een ondergrondse opgave uit de praktijk. De thema’s worden veelal aangedragen door een gemeente, een provincie of een waterschap. Dat kan bijvoorbeeld het opbergen van afvalstoffen in lege zoutcavernes zijn, of verzilting en circulair watergebruik in agrarisch gebied. Zo’n onderzoek sluit aan bij het curriculum en wordt gewaardeerd met een aantal studiepunten’.
‘Een tweede vorm is die van de OndergrondLAB’s. Hierin werken studenten van sterk uiteenlopende opleidingen, zoals ruimtelijke ontwikkeling, techniek, geografie, economie en bestuurskunde aan concrete opdrachten. Juist die kruisbestuiving leidt vaak tot geheel nieuwe inzichten. Het meerjarig karakter draagt bij aan een continue verdieping en verbreding van de kennis. Na ervaringen te hebben opgedaan en Twente en Rotterdam, rollen we het concept nu uit richting Gelderland en Overijssel. We sluiten daarbij nauw aan op het thema bodemdaling, en de initiatieven daaromheen van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling en van het COB’.
‘Een derde werkvorm is in ontwikkeling, namelijk een online leerplatform waarbij wij zijn aangehaakt op een initiatief van SBN en SIKB. Dit platform wil een brede groep van (aankomend) professionals van de juiste kennis over de uitvoeringspraktijk van bodem en ondergrond voorzien. Daarbij wordt gekozen voor een combinatie van leervormen, de “blended learning” wat een mooie aanvulling vormt voor het door 0ons ontwikkelde lesmateriaal’.
Past bij de UP-erfenis
‘Zijn die eerste twee werkvormen sterk regionaal ingevuld’, vervolgt Geert Roovers, ‘de derde vorm heeft een landelijke signatuur. Zo dragen we zowel bij aan de vorming van regionale kennisnetwerken en schakelpunten, als aan een landelijk verbindend initiatief. En dat alles past precies in de erfenis van het UP programma, dat nu moet worden overgezet in een nieuw bestuurlijk akkoord. We hebben dat uitgewerkt in een strategienota samen met NLingenieurs. Daarmee zijn gezamenlijk langs de koepels, maar bijvoorbeeld ook langs ENBO, geweest. Iedereen schaart zich erachter, en wijst voor de financiering naar het nieuwe akkoord. Om onze ambities te kunnen realiseren hebben we structureel jaarlijks 100.000 euro nodig. Dat zal dit jaar niet meer lukken. Gelukkig heeft Bodem+ voldoende overbrugging aangeboden om in ieder geval de inzet van onze regio-ambassadeurs, het onderhoud van de website en het organiseren van bijeenkomsten in 2021 te bestendigen. Verder kunnen we per project, zoals een OndergrondLAB, regionaal op bijdragen rekenen. En we zijn blij met de inzet ‘”om niet” van velen’.