Doel van de middag was, aldus de dagvoorzitter: ‘betrokkenen in beweging te krijgen’. Met als centrale vragen: hoe zien handelingsperspectief en -vrijheid eruit voor verschillende betrokkenen? En hoe kan waarde worden gecreëerd door een multifunctioneel landgebruik met als doel een breder, rijker vitaler gebruik van het landelijk gebied.
Doorgaan zoals nu is geen optie, zo illustreerde Jan-Paul Wagenaar van het Louis Bolk Instituut aan de hand van zijn presentatie. Hij sloot af met een vraag aan gastprovincie Overijssel: er zijn veel pilots in Overijssel. Maar dat is niet genoeg. We moeten werken aan de lange termijn (visie), kennis is nodig. Kennis delen en samenwerken. Alle stakeholders moeten verantwoordelijkheid nemen. Wat gaat de provincie doen, hoe kan ze dit borgen?
Het antwoord op deze vraag over bodem in het provinciaal beleid kwam van Jurgen Neimeijer van Provincie Overijssel. ‘Bodem is en blijft een belangrijk onderdeel, binnen het agro-food programma, voor waterkwaliteit, voor klimaat’, zo stelde hij. In zijn presentatie belichtte Neimeijer voorts hoe in de Overijsselse bodem uiteenlopende belangen samenkomen: agrarische activiteiten, waterkwaliteit en klimaatdoelstellingen die ook een steeds grotere rol spelen. En hoe met diverse, soms verrassende, initiatieven wordt ingezet op het benutten van kansen voor duurzaam bodemgebruik. In de daarop volgende parallelle sessies kwam een aantal van deze initiatieven aan bod.
Parallelle sessies
In de parallelle sessies werd uitvoerig ingegaan op vragen vanuit de zaal. Een overzicht van de hoofdpunten:
· Permacultuur, agroforestry en stadslandbouw – Fransjan de Waard (De Waard Eetbaar Landschap) In de sessie van De Waard ging het met name over permacultuur en agroforestry. Dit is een opkomende manier van landbouw bedrijven, enkele jaren geleden zeer kleinschalig gestart in Nederland. In de sessie werd met de deelnemers gezocht naar mogelijkheden om deze vorm van landbouw volwassen te laten worden. Alle partijen hebben daar een rol in. Jonge bedrijven die volgens dit gedachtengoed werken zoeken naar een manier van overleven, zeker voor de eerste jaren. Van de overheid wordt een langjarige visie op regionale voedselvoorziening gevraagd.
· Innovaties in de bodem: betere verbinding tussen hightech en agrarische praktijk – Jurgen Neimeijer (provincie Overijssel) ‘Bodem moet op de agenda komen. We moeten en kunnen sneller’, aldus Neimeijer. In zijn sessie over innovaties werden veel mogelijkheden om te versnellen benoemd. De crux: zorg dat er behoefte aan is. Als je olie wilt verkopen, moet je olielampen weggeven. Voor bodem kan dat betekenen dat je meetinstrumenten moet gaan uitdelen.
· Mineral Valley Twente, duurzaam omgaan met mest en bodem – Erick Back (KR8 consultancy) Mineral Valley is een cluster in ontwikkeling met als doel om mineralen en bodem meer in de praktijk te koppelen. 14 gemeenten doen mee. Proeftuinen zijn opgezet om partijen bij elkaar te brengen en van denken naar doen te gaan, zo legde kwartiermaker Back uit. Hij kreeg de tip om aan te sluiten bij de studiegroepen. Bottom up en samenwerken in de praktijk zijn de codes om het voor elkaar te krijgen. Het idee werd geopperd om ‘Twente’ in de benaming weg te strepen, omdat er in de omgeving ook veel gebeurt. Daarnaar kijken kan veel opleveren.
· LandvanWaarde: een nieuwe aanpak voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer – Hans de Haan (Ketensief) Deze sessie ging over een nieuw sturingsmodel voor agrarisch natuurbeheer en biodiversiteit. Eerst gebeurde dit met subsidie, maar dat werkt onvoldoende. Aan de hand van een aantal discussievragen kreeg De Haan veel nuttige input. Enthousiaste discussie was er bijvoorbeeld rond de vraag: Wat zijn voorwaarden voor een nieuw verdienmodel, hoe ga je dingen bereiken? Tip voor De Haan: benut bestaande subsidies zolang ze er zijn om beweging te krijgen en bij te dragen aan bewustzijn. Verder bevestigde de sessie dat LandvanWaarde op de goede weg is.
In zijn afsluiting sprak dagvoorzitter Schepers de hoop uit dat de bijeenkomst heeft bijgedragen aan het versnellen van initiatieven. Over hoe je mensen in beweging krijgt, haalde hij Nietzsche aan. Er zijn 5 redenen waarom mensen gaan bewegen: 1) omdat het moet, 2) vanuit nut en noodzaak, 3) vanwege economische waarde, 4) vanuit maatschappelijke waarden, en 5) vanuit persoonlijke waarde. Deze laatste is het belangrijkst. De bijeenkomst werd afgesloten met een door de provincie aangeboden borrel.
Een uitgebreid verslag en alle presentaties zijn te vinden op www.platformbodembeheer.nl onder archief.