‘Contacten, gesprekken en bijeenkomsten – ontmoetingen tussen mensen – hebben de grootste impact, zijn het meeste van betekenis voor de kennisdoorwerking’, concludeert Roel Valkman. ‘Die momenten dragen bijvoorbeeld veel bij aan het leren spreken van elkaars taal’. Zij vormen dan ook een belangrijk onderdeel van het Werkboek Kennisdoorwerking dat voor het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond is samengesteld.
Roel Valkman – eigen foto
Niet kwantitatief maar kwalitatief
‘Aanvankelijk was de vraag aan ons om de kennisdoorwerking in de netwerken rondom het uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond te meten en, waar mogelijk, te verbeteren’, vertelt Roel Vakman, senior adviseur en onderzoeksleider bij Twynstra Gudde. ‘Een vraag waar het UP en wij gaandeweg van af zijn gestapt. Kennisdoorwerking is niet te meten, daar kun je geen meetlatje voor maken. Daarbij komt dat elk kennisnetwerk uniek is, waar je geen algemeen normatief stelsel overheen kunt leggen. Veel hangt namelijk af van de doelgroep waarmee je kennis wilt delen. In november 2019 hebben we daarom gezamenlijk besloten het onderzoek meer kwalitatief op te zetten. Daaruit is het idee voor een Werkboek geboren. Een handreiking die met name een taal aanreikt voor het organiseren van kennisdoorwerking. Gerelateerd aan doel en doelgroepen, en vertaald in praktische werkvormen. Bijvoorbeeld een Community of Practise voor kennisdeling tussen bodemdeskundigen onderling of een Werkplaats voor kennisdeling in een multidisciplinair team.
Drie delen
Het Werkboek is opgebouwd in drie delen. Het eerste deel is gericht op het verkrijgen van ‘kennis over kennis’. ‘Het doel van dit onderdeel is om taal te geven aan kennisdoorwerking, waardoor het kennisbewustzijn wordt vergroot. Vooral geschikt voor wie vragen heeft over bepaalde definities van kennis of nieuwsgierig is naar de theorie achter kennis. Het tweede deel is vooral bestemd voor wie meer actiegericht is, en op zoek is naar concrete werkvormen over kennisdoorwerking. Het derde en laatste deel brengt alles samen en geeft tips over het formuleren van een kennisstrategie’.
‘Het Werkboek is nu nog een concept’, legt Roel Valkman uit. We hebben het in januari geïntroduceerd tijdens een zogenoemde synthesesessie van de vier concurrentiegerichte dialoogprojecten. Dat zijn de programma’s die zich bezighouden met Bodemkwaliteitszorg, Klimaat, Omgevingswet en Landbouw en voedsel. Toen is afgesproken dat we dit Werkboek gebruiken bij het vormgeven van bijeenkomsten die dit jaar nog worden gehouden rond deze vier projecten. De elementen uit dit boek passen we toe en gebruiken de ervaringen uit deze vier netwerken weer voor verdere aanscherping en uitwerking’.
Tweebenigheid
‘De reacties die we vorig jaar en dit jaar hebben gekregen op dit project en op de aandacht voor kennisdoorwerking in het UP zijn heel positief’, merkt Roel Valkman op. ‘Het Kennisprogramma van het uitvoeringsprogramma Convenant bodem en ondergrond heeft voor een blijvende impact gezorgd. Misschien niet eens zozeer in de opgestelde rapporten en gemaakte websites, maar vooral in de ontmoetingen die er hebben plaatsgevonden, en nog altijd vinden. De gesprekken die er worden gevoerd. Je ziet dat de taal is verrijkt en verbreed. Waar de bodem en ondergrond lange tijd een taal had die was gevoed door het saneren van vervuilde grond, is die wezenlijk verandert. Er wordt nu, en in verschillende gremia, gesproken over zaken als de energietransitie, de omgevingswet etc. Veel bodemmensen hebben zich een tweebenigheid weten aan te leren. Weten verschillende werelden bijeen te brengen en krijgen zaken voor elkaar.’