Onderlinge schotten weghalen
In en om Leiden werken sinds 2015 tien gemeenten, de provincie, de omgevingsdienst, het waterschap, het drinkwaterbedrijf en de netbeheerder samen om de bodem en ondergrond te verbinden aan bovengrondse planvorming. Initiator Jeroen Brouwer haalde vanuit Katwijk alle betrokkenen bij de inrichting van de leefomgeving bijeen. ‘Bodem en ondergrond gaan een steeds belangrijker rol
spelen bij de grote, actuele maatschappelijke opgaven. Toch spreken de experts op de verschillende gebieden elkaar niet of nauwelijks. Het ging mij er om de
onderlinge schotten weg te halen. Alle deskundigen uit hun eigen hok te jagen en elkaar aan tafel te krijgen’.
Brouwer kreeg al snel steun van Kor van Hateren, werkzaam bij de Omgevingsdienst West-Holland (ODWH). De behoefte om met collega’s kennis te delen over
vraagstukken van bodem en ondergrond gerelateerd aan ruimtelijke opgaven en planvorming was groot’, vertelt hij. ‘Het zijn daarbij vrijwel altijd
vraagstukken die grensoverschrijdend zijn en een multidisciplinaire aanpak vergen’.
Bewustwording
Het opgerichte netwerk kreeg steun van UP Kennis met een bijdrage uit het budget van het Uitvoeringsprogramma Convenant Bodem en Ondergrond. In de eerste fase,
verhaalt Jeroen Brouwer, ‘hielden we workshops op toename in de bewustwording bij de deelnemers over de kansen die bodem en ondergrond bieden bij het zoeken
naar oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken in het fysieke domein. We zijn inmiddels in een nieuwe fase aangekomen, waarin we gezamenlijk de bodem en
ondergrond daadwerkelijk meenemen in de ruimtelijke planontwikkeling en projecten. We noemen deze fase de “3D Ordening”. Dat is een samenhangende
benadering van alle aspecten die in de ondergrond en de bovengrond spelen’. Ook nu weer wordt dit ondersteund door het UP Kennisprogramma.
‘We anticiperen’, aldus Kor van Hateren, ‘daarbij op de aanstaande Omgevingswet en het maken van Omgevingsvisies en –plannen. In de multidisciplinaire aanpak
daarvan zijn alle relevante gemeentelijke afdelingen nu betrokken, samen met ODWH, het waterschap Rijnland, netbeheerder Liander en het drinkwaterbedrijf
Dunea’.
Wat, in de ogen van Brouwer en Van Hateren, de ondergrond experts slecht kunnen is ruimtelijk denken. En andersom, constateren zij, hebben de bovengrondexperts
geen zicht op de kansen die de bodem kan bieden. ‘Er wordt niet geredeneerd in mogelijkheden, maar in onmogelijkheden’. Om dat te doorbreken wordt op een
gebiedsgerichte wijze aan thema’s gewerkt. In lopende of voorgenomen ruimtelijke plannen krijgen urgente opgaven als energietransitie, klimaatadaptatie,
bodemdaling en verzilting een vooraanstaande rol. Tegelijk wordt dit gekoppeld aan de Omgevingswet, waarin bijvoorbeeld de informatievoorziening een
belangrijke rol speelt.
Deze tweede fase wordt eind dit jaar afgerond. ODWH neemt dan de rol als aanjager over. ‘Bodem en ondergrond wordt dan een vast onderdeel van elk Ruimtelijk
Ordeningsadvies, aldus Kor van Hateren. ‘En uiteraard hoop ik dat ons initiatief als een olievlek zich over Nederland uitspreidt’, besluit Jeroen
Brouwer.